United States or Suriname ? Vote for the TOP Country of the Week !


Er verliepen nog eenige seconden, en toen zag de lord eensklaps tusschen zich en Bill, den hoofdman op den grond liggen. "Is het klaar?" vroeg Bill. "Ja," antwoordde de Roodhuid. "Maar uw Osagen staan immers nog aan de boomen gebonden?" fluisterde de lord hem toe. "Neen, die zijn maar blijven staan tot ik met u gesproken heb.

Wij dienen nu reeds zeer in de vroegte op te breken." "Waarom?" werd er gevraagd. "Omdat de Osagen alles hebben gehoord wat wij gesproken hebben. Een groot geluk is het, dat zij niets weten, van hetgeen wij te Eagle-tail van plan zijn, want daarover hebben wij hier niet gesproken, wel vroeger daarboven bij het andere vuur.

"In de Osagen-taal Menaka sjecha, dat wil zeggen de Goede Zon of de Groote Zon. Hij is een zeer dapper en ervaren krijgsman, en bovendien niet bepaald een vijand van de blanken, ofschoon de Osagen tot de volkeren der nog ongetemde Sioux behooren!"

Old Firehand deelde deze eens zoo fiere en thans zoo tot verval gebrachte Roodhuiden in twee troepen: de eerste moest op de boerderij blijven, en de tweede moest onder het commando van den hoofdman der Osagen post gaan vatten aan de grensscheiding van den nabuur, op wiens weidevelden de kudden in veiligheid gebracht waren.

"Ik weet, dat mijn broeder vlugge voeten heeft, en dat hij stellig den dans wel ontspringen zou. Maar dan zou het ons immers onmogelijk worden, de Osagen te bevrijden!" "Volstrekt niet. Wij zouden in een oogenblik hun bewakers van kant gemaakt, en hun boeien losgesneden hebben; en dan snel weg het bosch door, en naar de paarden. Ik zou wel eens een tramp willen zien, die mij dat wilde beletten.

Iedereen riep, schreeuwde, en vroeg wat er gebeurd was. Toen klonk de stem van den roodharigen kornel: "De Osagen zijn weg. Wie, voor den satan, heeft hen...." Vol ontzetting zweeg hij eensklaps. Terwijl hij sprak, was hij op de bewakers aangesneld, en had den eerste den beste beetgepakt, om hem overeind te trekken. Maar toen zag hij zijn verglaasde oogen en haarloozen bebloeden schedel.

Zoodra gij de Osagen van hun boomen ziet verdwijnen, kunt gij ook gaan. Dan zult gij spoedig het gestamp der paarden hooren, en het geschreeuw der tramps, die daar de wacht houden. Maar dan komen wij reeds op de plaats, waar wij afgestegen zijn. Howgh!" Met dit laatste bekrachtigingswoord wilde hij te verstaan geven, dat alle verdere tegenbedenkingen noodeloos waren; en was eensklaps verdwenen.

Het is maar goed, dat gij ons aangetroffen hebt; want nu is het niet noodig aan de boerderij van Butler hulp te gaan zoeken; wij, wij zullen met u meegaan, om uw kameraden te bevrijden." "Wil mijn blanke broeder dat werkelijk doen?!" riep de Indiaan op een toon van blijde verrassing. "Natuurlijk! Wat anders? De Osagen zijn immers onze vrienden, en de tramps zijn de vijanden van ieder eerlijk man!"

Schiet ik er een overhoop, dan is dat bepaald het teeken, dat gij op de anderen moet schieten. Ontkomen mag er niet een. Bedenk, dat zij acht Osagen vermoord hebben, zonder door dezen ooit vijandig behandeld te zijn! En nu voorwaarts, messieurs! ik geloof, dat wij niet langer mogen talmen."

Eens bleef hij een oogenblik stilstaan, en fluisterde den drie blanken toe: "Nu zitten verscheiden bleekgezichten bij dit vuur. Daarstraks zat daar niemand. De man met het roode haar is er bij. Die snaken schijnen de aanvoerders, de hoofden te zijn. Ziet gij, op eenige passen afstands van daar, mijn Osagen aan de boomen gebonden?" "Ja," antwoordde de bultenaar.