United States or Isle of Man ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Vooruit!" zei Cyrus Smith. De riemen plasten weder in de donkere golven en stuwden de boot voort. Nog verliep er een kwartier en men moest den afstand van een halve mijl hebben afgelegd, toen Cyrus Smith opnieuw zijn stem verhief en zeide: "Halt!" De boot hield stil en de kolonisten zagen een helder schijnsel, dat de galerij, die zoo diep onder het eiland doordrong, geheel verlichtte.

Aimée had de twee kinderen te bed gebracht. Met Véronique en Marie zat zij aan het hoofdeinde. Tante Agathe wilde den wijn, dien zij meegebracht had, warm maken om ons wat moed in te gieten. Jacques en Rose keken door het venster naar buiten. Met Cyprien en Gaspard stond ik voor het andere raam. "Kom toch naar boven," riep ik de twee dienstboden toe, die nog steeds in den tuin plasten.

Zij keek donker, trok de lippen samen, bedacht zich even maar eindigde toch met het glimlachend aan te nemen. Daarna keerde alles weer in de oude voegen terug. De studiën werden hervat; de dagen slonken; de October-regens plasten neder. Suzette werkte harder dan voorheen. Zij liet zich weer uiterst zelden zien, en was dan in haar spreken, hoewel niet onvriendelijk, weer koel en kort.

Die New-Yorkers! Even fel en intens in hun pleizier als in hun werk, bij hun uitspanning als bij hun inspanning. 't Kon hen niets schelen, wie er naar hen keek. Ze hingen over de zijden van de wit geschilderde motor-bootjes, en plasten in 't water en gooiden elkaar kletsnat, ze aten hun lunch daar in 't publiek en stoorden zich aan geen sterveling. De vlag die er fladderde aan den achtersteven van de boot en op het torentje aan de landingsplaats was de vrijheidsvlag, en vrij w

Zij liepen den weg dwars over en stapten in het schuitje van Marten, waarin de riemen reeds gereed lagen, evenals de verrejagers, die de Vrijbuiters niet gaarne misten. Zij staken van wal, 't Oude Hoen gezeten op het roerbankje, de beide knapen aan de riemen, en weldra plasten deze in het water. Met krachtige slagen roeiden zij in de richting van den Overtoom.

De strijders, begeerig om elkander te dooden, bemerkten de aankomst der Victoria niet; zij waren omtrent 300 in getal; de meesten rood van het bloed der gekwetsten, waarin zij plasten, vormden een afzichtelijk schouwspel.

Vlak voor hem plasten en ruischten de goudgele golfjes der schoone Elbe, waarachter het heerlijke Dresden koen en trotsch zijn lichte torens hief in de nevelige luchten, neerzinkend op de bloemige weiden en frischgroene wouden, terwijl uit diepe schemering kantige gebergten kond deden van ’t verre Bohemerland.

Het water, in het nog teedere Aprilmorgenlicht, blauwde, met zilveren verglanzingen, tusschen het witte steen van het vierkante, wijde bassin, kabbelde de schaduwen weg der rozeranken, -bladeren, -bloembladeren en de baders, schrale of dikbuikige, rumoerden, roezemoesden, plasten en grappigden. De beide jongens zwommen, hadden bekijks, omdat zij zoo mooi waren en elkaâr geleken.

Terwijl de arbeiders in het ondiepe water plasten, om de gekwetste of bewustelooze visschen in te zamelen en in de boot te gooien, kwamen ook van alle kanten kleine haaien aanzwemmen, voor wie de explosie het welkome sein was voor het ontbijt. Begeerig schoten ze heen en weer; overal waren hun rugvinnen te zien.

Maar neen, zij zagen 't en zij tastten Ten scheppertjens, al wolkend vloog Het vocht, waarin hun voeten plasten, Van ied're zij der boot omhoog; En weêr was ze in een omzien droog, Weêr moest hen zijn gezang vergasten. Wie zich aan Breêro's deuntjens stiet, Hij luist're naar wat volgde niet: Stem: Wijkker Bietje, die bij 't beekje. Vondel.