United States or Turks and Caicos Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Als u niet vechten wilt, kan ik u er niet toe dwingen. Maar ik kan u ten minste als een lafaard brandmerken." En zijn stok oplichtend, gaf hij Van Stralen een slag op de wang. "Hoogheid!" riep Radzivil, en begaf zich, boos en verontwaardigd, naar het andere einde der veranda. De kleur was uit Van Stralen's gelaat geweken; alleen een roode streep gloeide op zijn linker wang.

Ja, Ko .... en laat dan inspannen. Hij boog, schoof heen, geluideloos. Pastoor Doening zette zijn kopje met een korten klap op de tafel, zag vragend op, en zijn hoofd, al zich oplichtend, had die gewone teergevoelige uitdrukking, welke het dikwijls had en welke de verwarring der strijdige luchten verried, waarbinnen het zich weifelend en omzichtig bewoog.

En daarna staken ze sigaren op en gingen uit. 't Was mooi weer, de eerste zonnige, lichte dag na veel dagen achtereen van killen regen en sombere grijsheid. En Bernard voelde zich in-eens als overgoten van puur najaarslicht; hij voelde de dunne lucht met vlagen varen door zijn lijf, oplichtend zijn zwaar hart en helderend zijn hoofd als een lichte roes van een zuiveren rijnschen-wijn.

Eenzaam verschijnt soms nog, oplichtend, het gele kleed van een bonze, die bij zijn ronde langs een muur strijkt. Toen kwam 't ons voor, dat al die dingen, die wij nu zoo dicht vóór ons zien, en die zoo oneindig ver van ons oude Europa zijn, iets bekends hadden.

Het trof haar dat zijn achterhoofd zoo groot was en zij dacht dat daar wel zeker heel veel wijsheid en verstand in stak. Aan 't hekje keek hij nog eens om, en knikte glimlachend en groette, zijn hoedje even voor haar oplichtend, als een welopgevoed heer. Nu het was uitgemaakt dat de merrie geen veulen verwachtte, werd het wel van belang geacht, dat zij er zoo spoedig mogelijk een zou krijgen.

Eenzaam verschijnt soms nog, oplichtend, het gele kleed van een bonze, die bij zijn ronde langs een muur strijkt. Toen kwam 't ons voor, dat al die dingen, die wij nu zoo dicht vóór ons zien, en die zoo oneindig ver van ons oude Europa zijn, iets bekends hadden.

Een dame en een heer, gedrochtelijk toegetakeld met mantels, capuchons en groote brillen, stegen uit den lagen, langen, grijs-bestoven wagen, die enkel twee smalle zitplaatsen had; en de dame, plotseling een dik voilet oplichtend, vertoonde haar frisch en mooi gelaat aan de verbouwereerde menigte en zei, terwijl zij met uitgereikte hand en lieven glimlach recht op Rozeke toetrad: "Rozeke, ik wist dat het vandaag uw trouwdag was en ik heb u van mijn reis een cadeautje meegebracht."

Dan trekt zich gaandeweg de blauwe bijennevel bijeen, tot een klein zwart wolkje, als afgedreven van een vergeten donderbui. En nu zeilen zij langzaam noordwaarts, en de wiekende vleugeltjes vangen oplichtend de zonnestralen als in een net van zilver.

Daar valt een grooter pakje voor zijn voeten neer; een lachende dame heeft het uit 't opengeschoven zijkamervenster geworden. Even dankend zijn hoed oplichtend "für das Abendbrot", de Oempah blijft bij al zijn tekortkomingen toch een hoffelijk man, raapt hij het op, al klinkt daardoor het: Und doch so fé-hérn! ellendig valsch en uit de maat.