United States or Germany ? Vote for the TOP Country of the Week !


Die toren spiegelt zich in 't nat, Des Lekstrooms, die hier bij de stad Op kleinen afstand heenvloeit, Terwijl een schaduwrijk geboomt Langs de aarden wal, die 't slot omzoomt, Rondomme welig opgroeit. Zoo was het overblijfsel van het slot nog in 't begin der 19e eeuw, toen Ockerse er een romance aan verbond.

Ach moeder, sprak hij, op treurigen toon. Gij maakt vandaag veel meer fouten dan gisteren. Ik heb toch mijn best gedaan om te leeren. En gij hebt niet geleerd. Ik kon niet. Waarom niet? Ik weet het niet; omdat ik niet kon ik ben ziek. Gij zijt niet ziek van hoofd. Ik zal nooit gedoogen, dat gij niets leert, en dat gij, onder voorwendsel, dat gij ziek zijt, in onkunde opgroeit.

De tegenstelling tusschen Wouter en zijn familie vinden we terug in de tegenstellingen in de omgeving, waarin hij opgroeit: 't huis Pieterse en consorten staat tegenover Vrouw Claus en Femke, huisdominee en Pennewip tegenover Pastoor Jansen, de holle deftigheid der Kopperliths tegenover de wezenlijke superioriteit der Holsma's.

"Het is moeielijk de ouders te verhinderen, dat zij trachten hunne kinderen op te voeden zooals zij zelf zijn opgevoed; het is moeielijk voor den geloovigen mensch zijn streven niet daarop te richten, dat het kind in datzelfde geloof opgroeit, en ten slotte is het moeielijk van de regeering te verlangen dat zij niet zou zorgen voor de vorming van de noodige ambtenaren."

Ziedaar, in enkele trekken, de omgeving waarin de jonge Japanner in volle vrijheid opgroeit: in de eerste en voornaamste plaats, de natuur, het open veld; en daarna, als bijzaak, het ouderlijk huis, dat voor hem niet veel meer is dan eene overdekte speelplaats.

Laat ons bezingen goede dâan, En verhalen beste werken, Dan hooren deze braven 't aan, Deez geliefden zal dat sterken, Ook deez' jeugd, die nu al opgroeit, En dit volkje, dat vooruitgaat. En men alzoo een ieder boeit, Met dien zegen, met die weldaad, Die men vindt in 't hooge Noorden Bij Kalewala's barre oorden.

Dewijl deze soort van bijzonderheden, vooral in den tegenwoordigen tijd, den bisschop van Digne een schijn van "pantheïsme" geven om een woord, dat thans zeer in de mode is, te gebruiken en, hetzij tot zijn blaam of zijn lof, konden doen gelooven, dat hij iets bezat van die persoonlijke, onze eeuw eigene, wijsbegeerte, welke soms in eenzaam levende geesten ontkiemt, opgroeit en zoo groot wordt, dat zij er den godsdienst uit verdringt, zoo vermelden wij wel uitdrukkelijk dat niemand dergenen, die Monseigneur Bienvenu gekend hebben, zich zou veroorloofd hebben iets dergelijks te denken.

Door de Atheners in hun oorlog tegen de Eleusiniërs te hulp geroepen, wordt hij hun aanvoerder en na de overwinning hun koning; zijne zonen waren Hoples, Geleon, Aegicores en Argades, naar wie de vier ionische phylae genoemd zijn. V. a. zoon van Apollo en Creusa, door zijne moeder te vondeling gelegd, en door Hermes naar Delphi gebracht, waar hij opgroeit en dienaar van den tempel wordt.

Gregorius die evenals Oedipus in de oudheid zonder het te weten met zijn moeder trouwt en die na het hevigste berouw het tot Paus brengt; van kuise schone jonkvrouwen die in hun onschuld en vroomheid de wapenen vinden om de draken des duivels te overwinnen, van het jonge meisje dat haar bloed geeft om de zieke koningszoon te genezen, over de zelfvernedering van berouwhebbende zondaressen; van de heidense prins Joasaph die, van alle nood en ellende in de wereld afgesloten, in een kasteel opgroeit, vol van alle heerlikheden, maar die toch door het een of ander toeval een begrip krijgt van wat ziekte, armoede en dood betekent en die daardoor zo in zijn binnenste geschokt wordt dat hij vlucht en bij een kluizenaar, Barlaam terecht komt die hem tot het Kristendom bekeert.

Of kan iemand van mijne jeugdige lezers en lezeressen mij zeggen, hoe het komt, dat uit dien kleinen, onoogelijken bol, welken ik in den grond heb gezet, nu eene zoo fraai gekleurde bloem opgroeit, gelijk de tulp is, of welke andere gij ook wilt?