United States or Vietnam ? Vote for the TOP Country of the Week !


O, hoe pijnlijk was die avond, met dat gesprek, dat maar niet vlotten wilde en die nietsbeduidende woorden en zinnen. Er zaten daar niets dan lichamen om de tafel, ieders geest was afwezig, ieders gedachten hadden hare eigene bezigheden. Men wilde niet over het afscheid spreken en alleen daaraan dacht de geest men wilde over iets onverschilligs spreken en niets van dien aard kon den geest boeien.

Wat in zijne eigene klasse eene hardheid, een onrecht of een ongeluk zou zijn geweest, was in eene andere slechts iets onverschilligs, dat vanzelf sprak.

Integendeel: zijn bedaardheid ergerde haar nu en dan, als iets onverschilligs en laconieks, dat haar in heure, langzamerhand van onrust opbruisende, stemming hatelijk scheen, vooral wanneer zij hem met Vincent vergeleek, in wien zij een wereld van stil woelend leed vermoedde.

Allen stormden nu naar binnen; voor de meesten was dit etensuur een zeer ongewoon, voor geen van allen was het iets onverschilligs dat er aan het sammelen en heen en weer drentelen, dat ieder feestelijk diner voorafgaat, een eind was gekomen. Mr.

Hij draalde zeer lang, en toen hij uit haar voorgewende achteloosheid meende, dat het oogenblik van vertrouwelijkheid niet goed gekozen was, scheen hij eensklaps beslist zijne mededeeling uit te stellen, en sprak op vasteren toon over iets onverschilligs. Nu gevoelde zij berouw en antwoordde weinig, terwijl zij een middel zocht om hem tot zijn eerste voornemen terug te brengen.

"O!... ja zeker, dat 's best!" zei Paul verwonderd, en herademend, doordat zijn broer over zoo iets heel anders sprak. Maar Louis, die het gesprak alleen maar over iets onverschilligs was begonnen om niet zoo erg begeerig naar Pauls complimenten te schijnen, vroeg toen toch dadelijk: "En...? Wat zeg je nu van haar...? Is ze niet charmant...?" Daar was 't nu.... De vraag was gedaan.

En in haar eenzaamheid had ze nog slechts haar jongsten zoon, Arie, Smuls kind, een goede, brave, maar ietwat slappe en karakterlooze jongen, die in niets leek op zijn vader; een jongen die iets goedig-onbeduidends en onverschilligs over zich had; die machinaal zijn werk verrichtte en ook geen verdere ambitie had dan het machinaal betrachten van zijn alledaagschen plicht; een jongen die ook alweer, op heel andere wijze, als een vreemde naast haar leefde.

De nieuwe toon beviel haar niet; want hoewel deze niet bepaald blasé klonk, was er toch, in weerwil van den bewonderenden blik, iets onverschilligs in. "Als hij zóó'n soort van man wordt, wou ik maar, dat hij een jongen bleef," dacht zij, met een vreemd gevoel van teleurstelling en spijt, hoewel zij haar best deed op haar gemak en vroolijk te schijnen.