United States or Gambia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ze kleurde van genoegen. "Hebben jullie al zóó vroeg gewandeld?" "Ja." "Hebben jullie... ruzie gehad?" "Nee"... "Welnee"... Lize zoende haar, ging het huis in. Op haar kamer gekomen, bleef ze wat drentelen voor het raam, keek door een kier van de neerhangende jaloezie en zag ze. Toen wierp zij haar parasol en haar handschoenen op 't bed, zakte er stil bij neer en begon te huilen.

Nog verder ging zij in haar pogingen; want weldra voelde zij zich zóó heldhaftig gezind, dat zij besloot, onder het voorwendsel, Marianne te gaan halen, de beide anderen alleen te laten; 't geen ze ook werkelijk deed, en dat wel op de meest loyale wijze; want zij bleef, met grootmoedige dapperheid, een paar minuten heen en weer drentelen op het portaal, eer zij naar haar zuster ging.

"Op eene plantage?" zeide Haley met een blik van minachting. "Dat gelijkt er wel naar." En voldaan met zijn onderzoek, kuierde hij op, en bleef met zijne handen in zijne zakken en een sigaar in zijnen mond heen en weder drentelen. "Wat dunkt u er van?" zeide een man, die Haley's onderzoek had gadegeslagen, alsof hij zelf daarop wilde afgaan.

Trouwens, als in bijna alle steden langs de rivieren, vindt men ook te Namen eene eigenaardige bevolking, die, naar het schijnt, niets anders te doen heeft dan langs den waterkant te drentelen, naar de rivier en naar de lucht te kijken, of uren achtereen, de bewegingen gade te slaan van een dobber, dansende op de golfjes.

De partijgangers toch, die geene schuilplaats onder het geboomte van het woud gezocht hadden, bezetten het omliggend terrein van de wigwam. Men hoorde heen en weer drentelen op den oever van het eiland, terwijl zij zich verder met praten en rooken onledig hielden.

'Zie, zeide Pluizer, 'hij is weer aan 't uitzoeken. Johannes zag waarheen de vinger wees. En hij zag hoe de oude dame onder het gesprek even de oogen sloot en de hand aan het hoofd bracht, en hoe het schoone, jonge meisje haar drentelen even staakte en met een lichte rilling vóór zich, staarde. 'Wanneer? vroeg Pluizer aan den Dood. 'Dat is mijn zaak, zeide deze.

Zorg nu Squambo, dat niemand de rust in den omtrek van de wigwam stoort." »Daar zal ik voor zorgen." »Wat voeren onze lieden uit?" »Zij drentelen heen en weer, en schijnen weinig geneigd om rust te genieten." »Dat geen hunner zich verwijdere." »Geen enkele, wees gerust." »Hoe staat het met het weer?..." »Iets beter. Het houdt op met regenen, en de windvlagen beginnen ook al te bedaren." »Goed."

Een enkele maal zag zij, naast een boschje groen of boven een bloem-perk uit, Marie en Felix drentelen. Eens ontmoette zij hen in een nauw voetpad. Marie en zij glimlachten vreemd en flauw tegen mekaâr, er was als een onbewuste vijandelijkheid tusschen die twee monden, de eene breed, grof, rood, vochtig, met zijn groote tanden, de andere flets en verdund, waarvan de tanden niet kwamen te zien.

Soms ook bepalen zij er zich toe, rondom de slede te drentelen, waarbij zij den kop steeds daarheen gericht houden. Klentzer, een van onze matrozen, heeft echter eens in onze winterhaven in een positie verkeerd, die even hachelijk als komisch was.

Overal staan spuwbakken, en sommige neger-afgevaardigden zitten op hun gemak te rooken en heen en weer te wiegelen op hun zetels. Er heerscht een bedompte, bedorven lucht. Elk lid heeft een fauteuil, waarop zijn naam met groote letters geschilderd is; maar het schijnt hun niet mogelijk stil te zitten. Zij drentelen rond, staan telkens op, babbelen onder elkander.