United States or Iceland ? Vote for the TOP Country of the Week !


En het vischje antwoordde met eene barsche stem: "Daar is maar één één God, Gij zijt een zot, Kruip weer onder uwen mostaardpot". En thuis vond Janneken zijne vrouw opnieuw onder den mostaardpot zitten, met eenen neus van eene el lang, en ze schreide, dat ze snikte.

Daarop keerde de visscher terug en in plaats van zijnen mostaardpot, vond hij inderdaad een prachtig huis, met een koetspoort, prachtig genoeg voor den burgemeester van eene stad! Zijne vrouw stond hem af te wachten, zoo fier als een kalkoensche haan. "Wij wonen nu in een rijk huis", zei ze, "dat is waar, maar het is niet gemeubeld. Ge zult dus weer bij het vischken moeten gaan en meubels vragen".

"Keer seffens weer naar de zee", zegde zij, "en vraag ons een schoon huis, want dat wonen onder eenen mostaardpot staat mij al lang tegen". De man trok op naar het strand en riep: "Vischken, vischken uit het water, Kom bij Janneken Tietentater!" Op hetzelfde oogenblik stak het goudvischje zijn kopje boven. "Wat belieft er U, Janneken, mijn manneken?" vroeg het.

Het ventje was doodarm, zóo arm, dat hij met zijn vrouw onder eenen mostaardpot woonde, en, om iets te eten te hebben, alle dagen naar de zee ging visschen. Zoo, op zekeren dag, dat hij weer op de vangst uit was, ving hij een schoon goudvischken, en tot zijn groote verwondering begon het eensklaps te spreken: "Och Janneken", zei het, "laat me toch leven, ik zal U al geven wat gij verlangt.