United States or Togo ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij hadden het gerucht van een rijtuig aan de deur gehoord, en wilden dengenen, dien zij verwachtten, te gemoet loopen; doch een man drong de kamer in, eer zij de deur bereikt hadden. Terwijl hij de sneeuw van zijne schouders schudde, had Janneken zijne eene hand gevat en trok er aan, alsof hij zijnen vader dieper in de kamer wilde brengen.

Nu kapte de booze moeder haar kind in stukskens, om er soep van te koken, en de beenderen liet zij Mieken onder den noteboom in den tuin begraven. Als de vader 's middags van zijn werk thuis kwam, vroeg hij, waar zijn Janneken was, want hij had het jongsken innig lief. "Hij is hout rapen," zei de vrouw.

Van deze ommegangen verdienen een afzonderlijke vermelding de Reuzen-stoeten van Brussel, Leuven, Antwerpen, Mechelen, Brugge, met hun Antigoon, Janneken en Mieken, Grand'Papa, Op-Sinjoorken, de Groote Turk enz. Deze trekken op met het akkermansgilde en voeren ten slotte een dans uit. Immers de kermis is het groote gilde-feest.

"Wat belieft er U, Janneken mijn manneken?" vroeg het vischje, dat weer onmiddellijk aan de oppervlakte verscheen. "Mijn vrouwtje, mijn Soozeke-Grilletje, die hadde zoo gaarne haar willetje". "Wat is er haar willetje dan?" "Ze zou gaarne koningin zijn en ik koning!" "Ga naar huis, ge zult het zijn".

Ge moet dus terugkeeren bij het vischje, en veel geld vragen". Zoo 's anderen daags begaf de man zich weer naar het strand, en riep: "Vischken, vischken uit het water, Kom bij Janneken Tietentater!" "Wat belieft er U, Janneke mijn manneken?" vroeg het vischje weer. "Mijn vrouwtje, mijn Soozeke-Grilletje, die hadde zoo gaarne haar willetje". "Wat is er haar willetje dan?"

Terwijl deze den versterkenden drank inzwolg, wierp de man blikken van verwondering op Annah en op hare vriendin, die een weinig verder met Janneken bij het vuur stond en zijne twee handjes vooruithield, zeggende: "Warm uwe pollekens maar, mijn manneken, en eet uwe boterham al gauw op; ik zal er u nog eene geven."

Albertken zat te peinzen en Snepvangers rookte een sigaar en luisterde naar een merel die aan de overzijde van het water in een boschje verscholen zat. Grootva, fluisterde Albertken, is het aardig, altijd getrouwd te zijn? Maar manneken toch!... Wat een vraag!... Janneken Palincx zei gisteren dat zijn vader tegen zijn moeder gezegd had dat hij het beu is...

Janneken ging heel zachtjes tot bij zijn ziek zusterken, zoende het op hare magere wang, zeggende: "Blijf gij maar slapen, Mieken-lief", en keerde terug bij het vuur, waar hij weder ineenkroop en stilzwijgend op den grond bleef zitten. Het was dan dat de weldadige juffer op den dorpel der arme woning stond en hare vriendin in de verte zag aankomen.

's Anderen daags trok de man nogmaals naar het zeestrand en riep: "Vischken, vischken uit het water, Kom bij Janneken Tietentater!" "Wat belieft er U, Janneken, mijn manneken?" vroeg het vischje dadelijk. "Mijn vrouwtje, mijn Soozeke-Grilletje, die hadde zoo gaarne haar willetje". "Wat is er haar willetje dan?" "Zij zou zoo gaarne haar huis vol schoone meubels zien".

Als gij iets wilt hebben, roep me maar". Zonder aarzelen wierp Janneken het wonderbare vischje terug in 't water en spoedde zich naar huis, om dat vreemd geval aan zijne vrouw te vertellen. Deze had al zoo dikwijls over hunne armoede geklaagd, en was dus niet weinig verheugd, toen zij dat nieuws hoorde.