United States or Jamaica ? Vote for the TOP Country of the Week !


Snepvangers ging wat achteraf zitten, niets op zijn gemak door de bedreiging met den veldwachter, waardoor zijn plezier bedorven werd. Sander kreeg medelijden. Wees maar niet bang, de veldwachter komt wel niet en dan zeg ik maar dat ik met twee lijnen visch... daarbij ik ken hem... ik zei het maar om de aardigheid. Een boet is geen aardigheid... Ik wil voor geen vischken op 't tribunaal komen.

"Ik zou wenschen, dat gij koning waart, en ik koningin", zei ze op zekeren dag tot haren man, "dan zouden we de rijkste zijn van 't land en iedereen zou voor ons moeten bukken. Keer terug naar de zee, en vraag dat aan 't vischje". 's Anderen daags toog de man opnieuw naar het strand en riep: "Vischken, vischken uit het water, Kom bij Janneken Tietentater!"

Daarop keerde de visscher terug en in plaats van zijnen mostaardpot, vond hij inderdaad een prachtig huis, met een koetspoort, prachtig genoeg voor den burgemeester van eene stad! Zijne vrouw stond hem af te wachten, zoo fier als een kalkoensche haan. "Wij wonen nu in een rijk huis", zei ze, "dat is waar, maar het is niet gemeubeld. Ge zult dus weer bij het vischken moeten gaan en meubels vragen".

Ge moet dus terugkeeren bij het vischje, en veel geld vragen". Zoo 's anderen daags begaf de man zich weer naar het strand, en riep: "Vischken, vischken uit het water, Kom bij Janneken Tietentater!" "Wat belieft er U, Janneke mijn manneken?" vroeg het vischje weer. "Mijn vrouwtje, mijn Soozeke-Grilletje, die hadde zoo gaarne haar willetje". "Wat is er haar willetje dan?"

Ja, den volgenden dag ging de man weeral naar het strand en riep: "Vischken, vischken uit het water, Kom bij Janneken Tietentater!" Op éen, twee, drie, was het vischje daar weer, en vroeg: "Wat belieft er U, Janneken, mijn manneken?" "Mijn vrouwtje, mijn Soozeke-Grilletje, die hadde zoo gaarne haar willetje". "Wat is er haar willetje dan?" "Ze zou gaarne Onze Lieve Vrouw zijn, en ik God".

's Anderen daags trok de man nogmaals naar het zeestrand en riep: "Vischken, vischken uit het water, Kom bij Janneken Tietentater!" "Wat belieft er U, Janneken, mijn manneken?" vroeg het vischje dadelijk. "Mijn vrouwtje, mijn Soozeke-Grilletje, die hadde zoo gaarne haar willetje". "Wat is er haar willetje dan?" "Zij zou zoo gaarne haar huis vol schoone meubels zien".

"Keer seffens weer naar de zee", zegde zij, "en vraag ons een schoon huis, want dat wonen onder eenen mostaardpot staat mij al lang tegen". De man trok op naar het strand en riep: "Vischken, vischken uit het water, Kom bij Janneken Tietentater!" Op hetzelfde oogenblik stak het goudvischje zijn kopje boven. "Wat belieft er U, Janneken, mijn manneken?" vroeg het.