United States or Tunisia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vader, grootvader is hier en vraagt of hij je even alleen kan spreken. DR. STOCKMANN. Wel? Wat is er? ga zitten. 't Ziet er hier mooi uit bij je, Stockmann. DR. STOCKMANN. Ja, vindt u niet? M. KIIL. Echt netjes ziet het er uit; en frissche lucht heb je ook; van daag zal je wel genoeg van die zure stof hebben, waar je gisteren over bazelde.

DR. STOCKMANN. Kijk, dat zou nog eens aardig van u zijn. M. KIIL. Nou, zoo dik zit het er bij mij ook niet aan, zooals je weet; maar krijg je ze zoover, dan geef ik met Kerstmis vijftig kronen aan de armen. HOVSTAD. Goeden morgen! O, pardon.... DR. STOCKMANN. Neen kom maar; kom maar.... Hij! Is hij er ook bij? HOVSTAD. Wat bedoelt u? DR. STOCKMANN. Ja zeker is hij er bij.

DR. STOCKMANN. Maar mijn waarde schoonpapa,... zoo wanhopend als de toestand van de badinrichting op het oogenblik is...! M. KIIL. Als jij je gedraagt als een verstandig mensch dan zal die badinrichting er wel weer boven op komen. DR. STOCKMANN. Ja, u ziet het immers zelf, ik doe alles wat ik kan; maar ... och, de menschen zijn hier allemaal gek!

Ik kan mij begrijpen dat je van daag een erg goed geweten hebt. DR. STOCKMANN. Jawel; dat heb ik ook. Maar weet je wat ik hier heb? DR. STOCKMANN. Ook een goed geweten, hoop ik. M. KIIL. Poeh! Neen, dit is heel wat beters! Aandeelen in de badinrichting? M. KIIL. Die waren niet moeilijk te krijgen van daag. DR. STOCKMANN. En die heeft u opgekocht? M. KIIL. Net zooveel als ik maar betalen kon.

MEVR. STOCKMANN. Maar kom toch binnen. M. KIIL. Ja, als het waar is, want anders ga ik weer heen. DR. STOCKMANN. Als wát waar is? M. KIIL. Die gekheid met de waterleiding. Is dat heusch waar? DR. STOCKMANN. Ja zeker is het waar. Maar hoe is u daar achter gekomen? Petra liep even op toen zij naar school ging.... DR. STOCKMANN. Zoo?

M. KIIL. Jaha: en toen vertelde zij het.... Ik dacht dat zij mij maar voor den gek houden wou; maar dat lijkt niet op Petra. DR. STOCKMANN. Hoe kon u dat nu denken! M. KIIL. O, je moet nooit iemand vertrouwen; je kunt om den tuin geleid worden eer je het weet. Maar dus is het toch waar? DR. STOCKMANN. Ja, zeer zeker. Ga toch even zitten, schoonpapa. En is het niet een waar geluk voor de stad...?

Neen, dat kan je niet weten; maar nu zal ik het je zeggen. Dat is het geld dat Katrine en Petra en de kleine jongens na mijn dood krijgen zullen. Want, zie je, ik heb toch wel een beetje opgelegd. En voor zoo iets gebruikt u het geld van Katrine! M. KIIL. Ja, het geld is nu allemaal in de badinrichting gestoken. En nu wil ik eens zien of je wezenlijk zoo razend ... zoo stapelgek bent, Stockmann.

M. KIIL. Je zei gisteren dat de ergste smeerboel van mijn looierij kwam. Maar als dat zoo is, dan zouden dus mijn grootvader en mijn vader vóór mij, en ik zelf vele jaren lang de stad verpest hebben als drie doodsengelen. Denk je dat ik die schande op mij laat zitten? DR. STOCKMANN. Dat zal u, helaas, wel moeten. M. KIIL. Neen dankje. Ik ben gesteld op mijn goeden naam.

BILLING. Neen; maar hij heeft een goede achter de hand, den ouden Morten Kiil,... de "das" zooals ze hem noemen. Weet je dat zoo zeker dat die wat heeft? BILLING. Goddome, ja, hij wèl! En een deel daarvan moet toch wel aan Stockmanns familie komen. Hij zal toch wel wat meegeven ... aan de kinderen althans. Reken je daarop? BILLING. Of ik er op reken? Ik reken natuurlijk nergens op.

M. KIIL. Maar nooit in der eeuwigheid maak je zoo iets den burgemeester wijs. DR. STOCKMANN. Nu, dat zullen wij nog eens zien. M. KIIL. Denk je dat hij zóó gek zou zijn? DR. STOCKMANN. Ik hoop dat de heele stad zoo gek zal zijn. M. KIIL. De heele stad! Ja, dat kan voor den donder wel zijn. Maar dat is net goed voor dat volk. Die willen immers zoo veel wijzer zijn dan wij oude lui.