United States or Comoros ? Vote for the TOP Country of the Week !


DR. STOCKMANN. Malligheid, onzin; dat weten we immers wel. MEVR. STOCKMANN. Nou, het heeft er anders niet veel van of je veel aan vrouw en kinderen denkt van daag; anders zou je ons niet allemaal ongelukkig gaan maken. DR. STOCKMANN. Maar ben je nu heelemaal mal, Katrine?

DR. STOCKMANN. Wij dachten toen dat de vreemdelingen de besmetting overgebracht hadden; later evenwel,... van den winter ... kwam ik tot andere gedachten; ik ging het water onderzoeken zoo goed als het ging. MEVR. STOCKMANN. Dus daarmee heb je het zoo druk gehad! DR. STOCKMANN. Ja, je mag wel zeggen dat ik het druk had, Katrine!

DR. STOCKMANN. Hm; niet naar vragen, Katrine.... Vreemd dat de post nog niet komt. , na zoo'n souper voel je je goddome een ander mensch. HOVSTAD. De burgemeester was niet erg in zijn knollen-tuin vandaag. DR. STOCKMANN. Dat komt van zijn maag. Hij lijdt aan slechte spijsvertering. HOVSTAD. Ik denk dat voornamelijk wij, van de "Volksbode", hem wat zwaar in de maag liggen.

Nou zijn ze me waarachtig toch nog ontloopen! MEVR. STOCKMANN. Maar wat wilden ze dan toch? Kijk eens hier, Katrine, wat staat daar? MEVR. STOCKMANN. Drie groote "neens"; wat beteekent dat? Daar, Petra, laat de smeerpoets zoo gauw ze kan hiermee naar den das loopen. Gauw wat! DR. STOCKMANN. Als ik van daag niet alle mogelijke afgezanten uit de hel bij mij heb gehad, dan weet ik het niet.

Peter,... je bent toch de gemeenste ploert dien ik ooit in mijn leven ontmoet heb. BURGEM. STOCKMANN. Tusschen ons is alles uit. DR. STOCKMANN. Bah! bah! bah! Katrine! De vloer moet gedweild worden waar de kerel gestaan heeft! Laat haar komen met een emmer ... zij ... zij ... hoe duivel ... die smeerpoets met haar altijd vuilen neus.... Stil, stil toch, Thomas!

Dát is juist zoo'n droevige gedachte, dat doet mij zoo innig verdriet.... Maar wat duivel, dat zijn toch eigenlijk maar dwaasheden zulke dingen. Hebben zij gezegd dat ik een volksvijand ben, laat mij dan ook maar een volksvijand zijn. MEVR. STOCKMANN. Maar dat wordt je toch nooit, Thomas. DR. STOCKMANN. Daar moet je geen eed op doen, Katrine.

BURGEM. STOCKMANN. Ja, als men zich die weelde veroorloven kan.... DR. STOCKMANN. O ja, nu kan ik mij die wel veroorloven; Katrine zegt dat ik bijna zoo veel verdien als wij noodig hebben. BURGEM. STOCKMANN. Bijna, ja...! DR. STOCKMANN. Maar een man van de wetenschap dient toch ook een beetje voornaam te leven.

Maar hooren wat ik te zeggen heb, zúllen ze, voor den donder; ik zal voor hen preeken bij tijd en ontijd, zooals ergens geschreven staat. MEVR. STOCKMANN. Maar, Thomas-lief, je hebt nu gezien welk nut dat preeken heeft, dunkt mij. DR. STOCKMANN. Je bent heusch komiek, Katrine.

DR. STOCKMANN. Dat was flink gesproken, Katrine! En de wereld in z

Maar weet je dat dan zoo zeker, Peter? BURGEM. STOCKMANN. Ik heb het uit een alleszins betrouwbare bron. DR. STOCKMANN. Maar, lieve God, dan zou Katrine bezorgd zijn ... en de kinderen ook! Stil; je moet er nog niets van zeggen! Wat is er te doen? DR. STOCKMANN. Och niemendal; ga maar weer naar binnen. Bezorgd! Denk eens aan,... allemaal! En voor hun leven!