United States or North Korea ? Vote for the TOP Country of the Week !


"'t Vorig jaar, met Kerstmis, bij gelegenheid van een danspartijtje bij ons op het Park, heeft hij gedanst van acht uur tot 's morgens vier, aan één stuk door, zonder te gaan zitten." "Och, werkelijk?" riep Marianne met schitterende oogen, "en danste hij mooi, met vuur en overgave?" "Ja, en om acht uur was hij alweer bij de hand, om mee uit te rijden op de jacht."

Ook al harde meesters. En daarbij moest hij er, evenals zijn arme makkers, in zijn vrije uren met zingen zijn kostje verdienen, en dat ging dikwijls heel moeilijk. Eens, op Kerstmis, liepen ze met elkaar de omliggende dorpen af en zongen ze er huis aan huis hun Kerstliederen, vierstemmig. Zoo deden ze ook voor een afgelegen boerenwoning aan het einde van een dorp. »Hei, jongens!

Het vorige jaar vond ik tegen Kerstmis een houtsnip, die zich daar best thuis voelde, geen steenworp van een paar huizen af, en terwijl de sneeuw overal dik om haar heen lag.

Den dag vóór Kerstmis was het, als ik mij niet vergis, toen we na een goeden maaltijd, waaraan de vrouwen des huizes deelnamen, besloten over een kleine baai een tochtje te maken en langs het strand terug te keeren; maar de Indiërs komen altijd te laat en eb en vloed wachten niet. De vloed verraste ons; de zee rees en won zoozeer op ons, dat onze ossen van de voet raakten.

In de week na Kerstmis komen daarbij in de kerk Santa Maria in Aracoeli de zoogenaamde kinderpredikatiën, niet anders dan voordrachten van korter of langer verzen ter eere van het Christuskindje, door de kleinen van buiten geleerd en niet zelden opgedreund op weinig stichtelijke manier. Er zijn echter altijd bewonderende en toejuichende hoorders.

Toen op Kerstmis tot een nieuwe vermindering der porties was besloten, hadden we juist een overvloedigen maaltijd achter ons en konden dus de toekomst met een zekere kalmte tegemoet zien; maar den volgenden dag zag alles er anders uit, met tien uur trekkens voor den boeg. Altijd woei het hard, en gedurende onzen geheelen pooltocht blies de wind uit het Zuiden.

Het was dien dag Kerstmis, en het scheen mij toe dat Ned Land het zeer betreurde, dat hij het bij de Engelschen zoo hoog geëerde Kerstfeest niet te midden der zijnen vieren kon. Ik had kapitein Nemo in geen acht dagen gezien, toen hij 27 December 's morgens in het salon kwam, met een gezicht als van iemand, die u eerst vijf minuten te voren gezien heeft.

Evenals vroeger schertste zij met haar vader, en voerde allerlei guitenstreken uit, die zelfs hare moeder hartelijk deden lachen. En nu was Kerstmis aanstaande. Toen de oude vrouw haar aanzag, fluisterde de kleine mond dicht aan haar oor, en zij verstond zoo iets van Christeskindje, van Kerstboomen, en Kerstgeschenken en van iets zoo heel, heel fraais voor tante, als zij zich niet kon voorstellen.

Nu gebeurde eens op een avond tegen Kerstmis, dat de man, toen hij zijn schoenen gesneden had vóór het naar bed gaan, tegen zijn vrouw zei: »Hoe zou je het vinden, als wij deze nacht eens opbleven om te zien, wie toch onze helpers zijnDe vrouw vond het goed en stak het licht op, en toen verborgen zij zich in de hoeken van de kamer achter de kleeren, die daar hingen en zij letten goed op.

"Waar drommel kan vaderlief toch zoolang blijven," zeide juffrouw Cratchit. "En je broertje, kleine Tim; en je zuster Martha was op geen half uur na zoo laat verleden jaar Kerstmis." "Daar is Martha al, moeder!" riepen de twee jonge Cratchits. "O, d'r is zoo'n groote gans, Martha!"