United States or Angola ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dit gezegd hebbende, sloop hij tusschen het hakhout, en, een der hem bekende slingerpaadjes ingaande, kwam hij weldra niet verre van de plaats, waar Joans wederpartij, in een grooten mantel gewikkeld, tegen zijn paard stond te leunen.

De dag, die op Joans gevangenneming volgde, was, gelijk Raesfelt had aangemerkt, een Zondag. Na den afloop der kerktijden, zat de Baron, daar het weder regenachtig was en hem het wandelen door de stad niet behaagde, in de door hem betrokkene kamer met zijn getrouwen Bouke te praten. "Ziezoo!" zeide deze: "aan alle dingen komt een eind. Morgen zal dan de verlovingsdag zijn.

"Welnu! dat kalkoentje wordt dik en vet, en ik zie geen reden om zoo bedroefd daarover te wezen." "Ja maar, ik huil, omdat het Joans kalkoentje is en dat hij zich zulk een pret voorstelde, het eens groot te zien, en dat hij het nu niet zien zal als het groot is." "O wee!" dacht Bouke: "Zij weet ook al van den moord af. En waarom niet?" vroeg hij overluid.

"Dan kunnen wij terstond den ganschen inhoud weten," zeide de Baron, en haalde het fragment voor den dag, hetwelk in Joans kamer op Sonheuvel gevonden was. De stukken, welke Dominee had medegebracht, werden aan weerskanten gelegd en leverden te zamen een geheel op, van den volgenden inhoud:

"Gij ziet het, vader!" riep Joan verheugd uit: "de Genadige Vrouw acht mijn woorden zoo gering niet." Reede zweeg, schudde het hoofd en keek in 't vuur. Zwaar drukte hem het denkbeeld, door Joans uitroep in hem opgerezen, dat deze, eenmaal den wapenhandel kiezende, tegen zijn eigen landgenooten, ja tegen zijn hem onbekende naastbestaanden, de wapenen voeren zoude.

De overigen, die een kring om de belanghebbende partijen gemaakt hadden, zagen vreemd op over Joans plotseling zwijgen, en nog meer, toen deze naar Mom toestapte en met een eenigszins verzachte stem, doch op vasten toon, hem de volgende vraag deed, welke, schoon op haar zelve zeer eenvoudig, in de omstandigheden van den Ambtman vrij geschikt was om hem van zijn stuk te brengen: "heb ik gisteravond niet de eer gehad UEd. te zien?"

Zoodra zij de kar in 't oog kregen, reed een van hen haar op een goeden draf te gemoet, sprong af toen hij haar genaderd was, en bleef met ongedekten hoofde eerbiedig de bevelen afwachten, die men hem geven zoude; toen stak tot Joans verwondering, Ambrosius het hoofd buiten en vroeg of alles in orde was, 't geen de lakei met een diepe buiging beantwoordde.

Dit zeggende, haalde hij zijn brieventasch voor den dag, zette zijn bril op en vond, na lang zoeken, een afschrift van het fragment, 't welk in Joans kamer op het huis te Sonheuvel ontdekt was. "Is dat alles?" vroeg Joan, toen hij het gelezen had: "welk een geluk, dat ik u kan overtuigen dat dit briefje, in zijn geheel gelezen, niets misdadigs bevat."

Vervolgens plaatsten beiden zich dicht bij elkander; de Baron nam Joans hand tusschen de zijne, en ving aldus aan met spreken: "Uw vraag, Joan! lokt een gesprek uit, dat wij toch vroeg of laat moesten hebben.

"Ja! ja:" zuchtte Geert: "ik zal wel zwijgen, maar, om ook eens spreekwoorden te gebruiken, het einde zal den last dragen en de laatste loodjes wegen 't zwaarst." Een hoofdtrek in Joans karakter was, al van zijn kindsheid af; een hevige afkeer van alle onrechtvaardigheid geweest.