United States or Guam ? Vote for the TOP Country of the Week !


Neen, jy zult, jy moet er voor betalen. Maar zo ben je lui: in 't aardsche kunt jy lui rekenen en cyferen; maar, in 't geestelyke ben je lui blint; maar Juffrouw Hofland zal haar geld hebben, ik zal u dwingen; ik vrees voor my.... Wy hebben in deeze godvergeten stad nog onze duizenden.

ÆMILIUS. Neen, kom! eerwaardige Romein, en stell' Veeleer uw hand ons onzen keizer voor, Den keizer Lucius; want ik weet, met mij Roept elk, als ik: "Dat Lucius keizer zij!" Allen. Heil, Lucius, heil! heil, Rome's eed'le keizer! Gaat thans in 't rouwhuis van den ouden Titus, En sleur dien godvergeten Moor hierheen, Opdat een ongehoorde marteldood Als straf bepaald zij voor zijn gruw'lijk leven.

Zy, tot verdelging, tot verwoesting toegerust, Had Kaïn in den stroom van Godvergeten lust, Van gruwlen, broederslacht, en afgodsdienst gedompeld; Zij, Kaïn door den arm der Reuzen overrompeld, En dreef nu d' Arbaliet naar 's warelds rijk te staan, Maar, om hem op zijn beurt in 't bloed te doen vergaan.

De verwijten des vaders waren streng en drukkend, maar het misprijzen, waarmede deze godvergeten kinderen ze ontvingen, was oneindig. Hoe meer de gramschap des vaders klom, hoe onbeschaamder de kinderen werden, en nadat zij hem eenige oogenblikken hadden uitgelachen, wenschten zij hem spottend goeden dag en meenden uit te gaan.

Haar oogen flikkerden van verontwaardiging. »Dat canaille," riep ze, »dat schuim! Hoe durft het de godvergeten hand uit te strekken naar onze Vierkleur! Op, Afrikaansche mannen, en wreekt dien smaad!"

"Fritsje," zeî hij, "loop eens gauw naar mijn huis, mijn jongen; ge zult er een suikerkransje voor hebben; en roep mijn Johan en mijne dochter, de vrouw van Struwing, eens, en zeg hun, dat zij eens komen overloopen, want dat die gauwdieven, die Fransozen, mij nu ook wel zouden kunnen meênemen naar hun godvergeten land, gelijk zij 't vroeger al met mijn vijfjarig bruintje gedaan hebben."

Maar de zelfzucht van den Romein is zoo hard en ondoordringbaar als metaal. O, de godvergeten roovers! Onder hunnen voet beeft de aarde, als de dorschvloer onder den vlegel der dorschers. Met de anderen zijn ook wij afgevallen; ach, mijn zoon, het is hard dat te moeten erkennen!

Was het een gruwel of bloeddorstig, deze goddelooze godvergeten schurken, die zich in onze handen bevonden, te straffen met een bastonnade, die zij naar 's lands wet hadden verdiend? Zeer zeker niet! Integendeel, ik ben overtuigd, dat wij al te zacht zijn opgetreden. Dat wij den ouden Habulam, dien giftmenger, eenige benauwde oogenblikken lieten doorleven, wie zal ons dat euvel duiden?

ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Zoo waar ik leef, door de' een of and're' streek Is al mijn geld den kerel afgezet. De stad is, zegt men, vol bedrog en list, Vol beurzensnijders die het oog bedotten, Nachttoov'naars, die verbijst'ren, heksen, die De ziel verdervend, 't lichaam tevens sloopen, Marktschreeuwers, tal van sluw vermomde dieven, En zulke godvergeten schurken meer.

Het is niet alleen wetteloosheid die er heerst, maar een gewilde teugelloosheid, de baronnen zijn niet alleen zonder moraal, er zit een godvergeten woestheid in hen, die aan het Titaniese herinnert uit de tijd der Italiaanse renaissance.