United States or Uganda ? Vote for the TOP Country of the Week !


»En geve de hemel!" zuchtte mevrouw Burbank, »dat het federalistisch leger Florida spoedig moge bezetten!" »Ja, waarlijk, dat wordt inderdaad wenschelijk voor de minderheid der eerlijke lieden," zei Walter Stannard, »die zoo ergerlijk door de meerderheid der schurken in het land bedreigd wordt." Inderdaad, James Burbank had gelijk.

Wat zoudt gij zeggen, als ik u liet spreken? Gij kondt uit schaamte geen genade vragen. Hoort, schurken, hoe ik u te mart'len denk. 'k Hield één hand om uw kelen af te steken, Terwijl Lavinia met haar stompen 't bekken Zal houden, dat uw schuldig bloed ontvangt. Gij weet, uw moeder wenscht bij mij te spijzen; Zij noemt zich Wraak en mij houdt zij voor dol.

Wie hem nauwkeurig gekend en hem aandachtig beschouwd had, zou gesidderd hebben. De gesp van zijn lederen das zat, in plaats van in den nek, onder het linkeroor. Dit verried een ongehoorde opgewondenheid. Javert was een nauwgezet man, die noch een kreuk aan zijn plicht noch aan zijn uniform duldde; stroef tegen de schurken, streng tegen de knoopen van zijn rok.

Ik word niet zoo liefelijk behandeld. Ik koop geld tegen goud, want ik moet in den regel vijf en dertig procent betalen." "Wat een woekerrente," riep toen de oude woekeraar vertoornd uit; "bedenken de schurken dan niet dat er nog een leven hiernamaals is? Nu verbaast het mij niet meer dat men zoo waarschuwt tegen geldschieters.

LUCIUS. Beestachtig ruwe schurken, als gijzelf! AARON. Nu ja, ik was de meester, die hen leerde. Hun geilheid was een gave van hun moeder, Zoo zeker, als de hoogste kaart in 't spel; Hun lust in bloed, ja, leerden zij van mij, Zoo zeker als een bloedhond weet te pakken. Nu, geev' mijn doen getuig'nis van mijn waarde.

ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Zoo waar ik leef, door de' een of and're' streek Is al mijn geld den kerel afgezet. De stad is, zegt men, vol bedrog en list, Vol beurzensnijders die het oog bedotten, Nachttoov'naars, die verbijst'ren, heksen, die De ziel verdervend, 't lichaam tevens sloopen, Marktschreeuwers, tal van sluw vermomde dieven, En zulke godvergeten schurken meer.

Den 4 October 1572 wierpen eenige schurken, aangevoerd door den kapitein Blommaert, zes priesters in de Schelde: Paulus van Coye, Pieter van den Hende, Jan van Bracle, Jacob de Deckere, Jan van Opstalle en Jacob van Anvaing. In den avond leidde men hen uit het kasteel van Pamele, waar zij sedert den 7 September gevangen zaten, naar het nieuw kasteel.

De zoon hechtte meer aan zijn leven dan aan het geld, zooals te begrijpen is; hij wees den boosdoeners wat zij zochten, en de schurken trokken af met hun buit. Zij gingen toen hun plunderingen zuidelijker vervolgen, en toen daar de man, op wiens geld zij het voorzien hadden, erin slaagde te ontvluchten, doodden zij hem den volgenden dag.

Hoe kan men zich trouwens verbazen over de bijna volkomen straffeloosheid, waarvan die schurken profiteerden, als de politie-autoriteiten zelven het voorbeeld gaven?

"Het is niets, Eliza," zeide George snel. "Gij moest liever uit het gezicht blijven, als gij aanspraken houdt," zeide Phineas. "Zij zijn gemeene schurken." "Zie nu of uwe pistolen in orde zijn, Jim," zeide George, "en pas met mij op de engte. Op den eerste die zich vertoont geef ik vuur; gij neemt den tweede en zoo verder. Het zou niet gaan, weet ge, twee schoten kruit aan één te verspillen."