United States or Western Sahara ? Vote for the TOP Country of the Week !


De agenten vormden een vierkant van sabels en daarin bewogen de juweliers over het Plein en de gracht. Als een golfslag met hoog-kloddrend schuim, als 'n branding van opbulkend water, stortten de mannen over de brug, die kreunde met gierend beugel-gekners. Achter het sabelvierkant, het helmen-geglim, werd het een stuiving van koppen, stootende schouders, plomp-zware voeten.

Het is als een straat, een plein in feestdos bij avondschemering. Nu komt harder aanrukken de wind, gierend met stootjes en stuivend wilder de witte bevroren stof. "Een doossie lucifers... een cent maar... God zal je zegenen!..." Op de Hoogesluis, aangehurkt tegen de leuning der brug, zit een man op den harden, wreeden, geweldigen grond.

Moriaan, strooi jij ondertusschen reis 'n beetje! Met zijn groote handen grijpt de zwarte knecht in den zak en werpt bonbons, chocolaadjes, noten, amandelen, koekmoppen en pistaches om zich heen en over de passagiers, die gierend van 't lachen, als kleine kinderen aan 't grabbelen gaan.

Van uit de sloep heb ik ze toen nog een pleiziertje gedaan, met één schot hagel hadden er een paar genoeg en toen ik nog een stuk of wat patronen op d'r lui zwarte huid had geblazen, liepen ze gierend en gillend het bosch weêr in.

Toen stak de wind op, kwam gierend over het veld loopen, en floot langs den weg het dorp in, waar hij het zand in draaikolken wervelend opvoerde tusschen de huizen. Hij rammelde aan blinden, sloeg loshangende luiken dicht en openstaande ramen. Bloempotten woeien om. De menschen op straat begonnen hard te loopen. De hooge populieren werden heen en weer gezwiept in 't gedruisch van hun angstig loof.

Slaperig en beneveld ziet zij op de slechts hier en daar nog met witte plekken bestipte daken der huizen, of in de straten en stegen, waarin de sneeuw grootendeels reeds is weggevroren of verpoeierd opstuift, als een windstoot gierend tusschen de huizen blaast. Donker en somber teekenen zich gebouwen en torens af tegen de vale plekken in de lucht.

"Meid," zei-ie pootig: "jij ben niet goed in orde!" "As je me niet gelooft!" , snikte Chris 'r plots gierend op los zooveel electriciteit móést nat geven! : "ga je dan overtuige! De bedde binne leeg enkel de rokke hange d'r hìj heit 'r weet van hij wil me vermoorde as 'k 'r van vertel...."

"Van Toetie op uw verjaardag." "Wel verbazend, dat is kranig," zei vader. "En dit witte van Snoetie." "Zulke kippen moesten we meer hebben." "En dit," zei Leni, en liet een chocolade-ei zien, "van...?" "Asschepoes," raadde Nel gierend. "Van den haan. Zijn visitekaartje heeft hij er bij gelegd.

Bij iedere bijzonderheid, die zij verzonnen had, was hij, zonder dat zij 't bemerkt had, al langer en langer geworden, zoodat hij nu reeds tot haar voeten kwam. "Je maakt er een heeleboel bij!" riepen de kleine meisjes, gierend van pret, uit. "Nu ja, stil maar; we zijn te voet gekomen en er maar vijf minuten gebleven." Het halssnoer nam onmiddellijk weer zijn gewone afmeting aan.

Ze rolden op en over elkander, onder 'n wagen, gillend en gierend, trappend en krijschend, als 'n rattennest verdierlijkt. Daarnaast zaten twee schooiers stoelen te matten, gebogen 't hoofd, om beter te zien in 't half-schemerdonker. De handen bewogen snel en de biezen gleden geel-streeperig over 't hout. Beestmenschen, hongerlijders, verschoppelingen.