United States or Saudi Arabia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Als ze zich wat haastten, troffen ze al licht samen met enkele achterblijfstertjes en dat gaf dan aanleiding tot gestoei en pretmakerij.... ze hadden een vol uur strak en stemmig neer te zitten onder het oog van dominé, het was niet vreemd dat ze het oogenblik waarnamen, waarin deze een ommezientje naar zijne vrouw was gegaan en eene versche pijp stopte, om nog eens wat rumoer te maken!

Dat was in 't eerst een beetje pijnlijk geweest, ze waren een poos wat stuursch en kort tegen elkaar gebleven en de een was den ander liefst uit den weg geloopen in een niet-te-verdedigen gevoel, een mengsel van schaamte en rancune, maar 't was of ze gelijkertijd beiden 't onnoodige en onzinnige van zoo'n ietwat vijandige houding hadden gevoeld; 't was ook immers niets geweest, wat geflirt en gedweep op wandelingen in lichte lentedagen, wat gespeel en gestoei in zoele zomeravonden en toen een kort afscheid en één enkele blik van aarzelende teederheid; 't was niets geweest, niets! dat hadden ze in-ééns allebei begrepen en toen waren ze goede vrinden geworden, vertrouwelijk en hartelijk en prettig-gewoon met elkaar en over vroeger spraken ze nooit meer.

Het knorren der mannetjes neemt toe en de geheele kudde duikt spelende op en neder in den stroom; af en toe begint zelfs een dartel gestoei. Vooral in de nabijheid van schepen vertoonen zij zich gaarne, naar het schijnt; ook begeleiden zij booten, die des avonds varen, over een grooten afstand.

September had hare intree gehouden met eenen snikheeten dag: eenen kostelijken dag voor den Hillegersbergschen theetuin; want in eenen theetuin moet het tropisch wezen, anders vlot maar half het kozen in priëeltjes, het dolle gestoei der jeugd, het welbehaaglijke suffen van den ouderdom.

Zij kwamen terug in 't heerlijkste getijde van het gansche jaar, met de ontluikende blaadjes op de heesters, met het lente-geroep van den koekoek in de blauw-wazige verten, met de wegschietende zilverschichtjes van de visschen in het water, met de verkwikkende geuren van alles wat herleefde en bloeide, met de zachte weelde van de vette koeien in de malsche wei, waar zij zich als groote, zware bloemen langzaam in den zonneglans bewogen, terwijl de jolige koewachtertjes, ravottend, onder 't trosje hooge populieren, in wild gestoei hun lentevreugd uitjubelden.

Tegenover Thonarr, die verhaalt van zijn krijgsverrichtingen tegen de reuzen en van de weldaden, die hij aan de menschen doet, beroemt Wodan zich op zijn gestoei met vrouwen en meisjes en hoont den dondergod schamper. Nadat hij lang is opgehouden en tevergeefs, vragend en dreigend, trachtte over het water te komen, trekt Thonarr af.

Andere malen mocht ik heur zoenen, en 'k kuste heure schoone oogen, die zij dicht hield van zalig genot; dan trilde zij en slaakte kleine kreten, of boog heur hoofd achterover en gaf er mij een stoot op den neus mee. En zij lachte als ik riep: Ai! en ik gaf haar dan kleine duwtjes, want tusschen ons was niets anders dan gestoei en gejoel. Thijl, is er nog wijn in die bottel?

Hier houden zij middagrust in de dichte kronen der boomen of liever nog in de omheiningen; hier verzamelen zij zich 's avonds onder groot geschreeuw, gestoei en getwist, aanvankelijk op dicht bebladerde boomen, later in schuren, bergplaatsen en andere gebouwen, welke plaatsen haar huisvesting gedurende den nacht moeten verschaffen.

Als zij zich verzadigd en een weinig gerust heeft, begint zij dadelijk met andere Vogels, althans met hare soortgenooten, te stoeien en hen na te jagen; lang stil zitten, rustig op dezelfde plaats blijven kan zij niet. Op dit gestoei volgt soms een ernstig gemeende twist, daar zij iedere beleediging onmiddellijk tracht te wreken.

Kracht en vuur, die niet ontaarden, Schenkt hier de ijzerharde grond Aan de forsche, breede paarden, 't Kouter scheurend door de klont; Of die ons in zomertijden, Onder lachen en gestoei, Door de gouden kamers rijden, Waar het lijnzaad staat in bloei. Aldus bezong een beschrijvend dichter, wiens naam ons onbekend is, in 1843 den roem van het toenmalige Zuid-Beveland. En niet ten onrechte.