United States or Benin ? Vote for the TOP Country of the Week !


In dit gedicht treffen wij enkele afwijkingen aan van den inhoud der oorspronkelijke geschiedenis: Gareth huwt niet Lyonors om wier wille hij zulk een gevaarlijken tocht onderneemt, maar Lynette, zijne gezellin op dien tocht, die hem eerst hoont en bespot om zijn nederigen staat, maar hem tenslotte leert liefhebben en eerbiedigen om zijn grooten moed en zijn nog grooter geduld.

"'t Gaat niet zoo gemakkelijk, als je dacht, , Strijkkie?" hoont vrouw Juttner, terwijl zij er bijvoegt: "Je kunt me wel eens weer een paar rijksdaaldertjes geven, hoor! 'k Moet huur betalen." "Alweer geld? Je hebt pas gehad...." "Pas! Noem jij dat pas? Al veertien dagen geleden.." "Acht dagen!" "Dat lieg je; 't is veertien dagen!"

"Welke dwaze gedachten verduisteren uw verstand?" viel Reimond ontevreden uit. "Meent gij dan, dat mijne toestemming voldoende kan zijn om den geest tot eenen leugenaar te maken? Ho, gij lastert en hoont den geest, die uw geluk heeft voorbereid."

Nochtans, Mijnheer, indien uw verzoek met de rechten des volks en der Gemeente strijdig is, zou ik u raden het geheim te bewaren en mij niets te vragen." "Sedert wanneer," riep Adolf enigszins verstoord, "sedert wanneer, Meester, hebben de Heren Van Nieuwland uw rechten verkort? Die taal hoont mij!"

Hij hoont de lafaards maar spreekt degenen moed in die een hartig woordje helpen kan, de een houdt hij voor de gek als hij een vernedering ondergaan heeft, een ander weet hij te bewerken door zijn afgunst op te wekken, komt met hatelike toespelingen aan, geeft de mensen allerlei bijnamen en is al even erg als Loki wanneer het er op aan komt de mensen te plagen en tegen elkaar op te zetten.

Aldaar. Een kamer in 's Hertogs paleis. De Hertog en Thurio komen op; later Proteus. HERTOG. Beminnen zal ze u, Thurio, twijfel niet, Nu Valentijn van haar verbannen is. THURIO. Na zijn verbanning haat zij mij nog meer, Wil niets meer van mij weten, hoont mij zoo, Dat ik den moed geheel heb opgegeven.

Voor hooveel marken zilvers hebt gij uwe broeders verkocht?" Disdir Vos aanschouwde hem met vlammende oogen en riep uit: "Mher Gheldolf, gij hoont mij onverdiend. Ware uw veldheer hier, ik zou hem zeggen dat ik van mijn voorstel afzie, en nimmer zoudt gij de stad Brugge krijgen!" "Nu, nu, mher Vos, vergram u niet", sprak de andere onbewogen.

Nu berouwde hem de wraak, en zijn hart beneep zich met somber aandenken; want een verrader vreest de dood als de wraakbode des Heren. De Chatillon had op de wezenstrekken van de Klauwaard genoeg kunnen bespeuren dat hij hardnekkig bleef. "Wel, wat zegt die muiter? vroeg hij. "Mijnheer," antwoordde Van Gistel, "hij hoont mij en veracht uw genade."

Nauwelijks is die wond door den tijd niet geheeld, maar gelenigd, of heftige verbitterde en ruwe brieven van zaakgelastigden bereiken mij. Men bedreigt mij en hoont mij tegelijk met armoede. Dat kan ik dragen. Ik kan mij wennen aan erger dan dat. Doch mijn beide kinderen worden mij langs gerechtelijken weg ontnomen.

Tegenover Thonarr, die verhaalt van zijn krijgsverrichtingen tegen de reuzen en van de weldaden, die hij aan de menschen doet, beroemt Wodan zich op zijn gestoei met vrouwen en meisjes en hoont den dondergod schamper. Nadat hij lang is opgehouden en tevergeefs, vragend en dreigend, trachtte over het water te komen, trekt Thonarr af.