United States or Slovakia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het was haar reeds zeer zwaar gevallen het hem mede te deelen, maar nog zwaarder viel het haar hem alle bizonderheden der ontmoeting te berichten, omdat hij haar daar niet naar vroeg, maar haar slechts met gefronsd voorhoofd aanzag. "Het spijt me erg, dat gij er niet bij zijt geweest," zeide zij. "Maar het was toch goed, dat je niet in de kamer waart, anders was ik natuurlijk niet gebleven.

Het meisje kreeg een kleur als vuur, en keek even instinctief naar Rozeke's zwaar figuur, eensklaps begrijpend. Doch zij nam het niet kwaad op en werd niet boos. "Nee, daar moet ge niet voor vreezen," zei ze koel, ietwat uit de hoogte, de lippen nauwelijks bewegend, de wenkbrauwen gefronsd, de oogen strak ten gronde.

Het rijst raauw genoeg op de lucht, het is eene onwaarheid bovendien, want de eene soort van visch evenaart de andere nooit, en echter heb ik er nimmer het voorhoofd om gefronsd, laat staan er om dood willen zijn; een geheel ander verlangen wordt er bij mij levendig door.

Wouter's triumf over de afgedongen vier stuivers, werd eenigszins gematigd door 't gefronsd voorhoofd van Pompile, toen deze de buitensporigheid van z'n lichtzinnige wederhelft te weten kwam: Binnen geweest? Zelf de jonge-mevrouw gesproken! Ei ... zoo? Binnen-geweest in de zykamer? Waarom ben je binnen geweest?

Mercuur, Jupiters boô, die 't al doordwaalt. En wie zijn die met hydraharen, En vlerken van ijzer, den wind bestijgend? De God, gefronsd, weerhoudt hun scharen Achter hem stoomenden damp gelijkend, Met luid geroep, een eindlooze troep

Hij draaide aan zijn ouden soldatenknevel, de wenkbrauwen gefronsd, sombere woorden prevelend. Het dreigend gevaar dat hem omringde en waartegen hij zich machteloos gevoelde, begon hem ongeduldig te maken. Twee of driemalen had hij in 't water gespogen, met een uitdrukking van minachtenden toorn.

W'hên't wij euk moeten doen om deur 't leven te komen." Meneer Waelckens, 't gelaat steeds ernstig en de wenkbrauwen in verveling gefronsd, wendde zich tot Alfons: "Alfonsus Josephus van de Weghe, verkloart-e gij tot wettige huisvreiwe te nemen Irma Rosalia van Doalen?" "Joa ik, meneer de schepen," antwoordde kalm Alfons.

Doch reeds bij het eerste couplet heeft Verburg met zeker ongeduld zijn armstoel heen en weer geschoven, als om door die ongedurigheid zijne weinige instemming met de keuze van het lied te betuigen, bij den aanhef van het tweede valt hij in met gefronsd voorhoofd en luide, bijkans toornige stem: »Och, schei toch uit, Dine! waarom kies je altijd zulke melancolieke liederen, ik word er zoo wee van!"

Toch nam zij het karton aan, bezag het even, de wenkbrauwen gefronsd, ontevreden. Wat een idée, dacht ze. Waartoe? Wat beteekende dit? Maar ze vond het onnoodig onbeleefd te zijn en belet te geven. Hij was toch een vriend van Dolf. Maar zooveel indringerigheid ... Laat meneer bovenkomen, liet zij koel van haar lippen vallen.