United States or Liechtenstein ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ook in Grotius leeft nog de traditie van vroegere eeuwen, maar ook voor hem, is de "metaphysische Zusammenhang, in welchen diese Begriffe bei den Scholastikern stehen, ... unbrauchbar;" hij kent of begrijpt dien samenhang niet meer, en daaruit is te verklaren, hoe zijn systeem, ofschoon essentieel verschillend van dat der scholastieken, toch ontelbaar vele aanknoopingspunten vertoont met het systeem der laatstgenoemden.

Zóó zou ik want ik ben man en schryver elk hoofdstuk voor essentieel houden, dat gy hadt overgeslagen met onvergeeflyke lezerslichtzinnigheid. Ik verbeeld me dat uwe vrouw vraagt: "is er nogal wat aan dat boek?" En ge zegt by-voorbeeld horribile auditu voor my met de woordenrykheid die eigen is aan gehuwde mannen: Hm ... zóó ... ik weet nog niet. Welnu, barbaar, lees verder!

Een systematisch idealisme, dat overal de betrekkingen tusschen de dingen stelt krachtens hun als essentieel beschouwde algemeene hoedanigheid, leidt licht tot starheid en onvruchtbare classificeering. De indeeling en onderverdeeling der begrippen, enkel deductief verricht, is zoo gemakkelijk; de ideeën laten zich zoo gewillig rangschikken aan het gewelf van den wereldbouw.

Als een natuurlijk gevolg van onze arbeidsverdeeling naar het geslacht, de vrouw het huis en den man de wereld als arbeidsveld gevende, is het dwaze begrip gekweekt dat de huiselijke plichten als essentieel vrouwelijk en ieder ander soort van arbeid als essentieel mannelijk werk moet aangemerkt worden.

Deze vraag, die, essentiëel genomen, voor ons alle een levensvraag is, beantwoorden wij, naarmate onze ervaring van jaar tot jaar toeneemt, steeds nauwkeuriger en afdoender. Ziedaar de beteekenis van Goethes onbevangen blik op de menschen en van zijn "niemand bemoraliseeren", gelijk moeder Aja het hem heeft ingeprent.

"C'est du plâtre.... gij begrijpt de veêren moeten rein blijven.... Nu komt het moeielijkste.... neen.... regardez.... ik ga de hersens wegnemen.... ze hebben er wel niet veel, 't is geen mensch, maar de kop is toch een essentiëel ding.... 't is lastig, ik heb niet meer mijn goede instrumenten."

De "schriftelijke vorm" is, zooals boven reeds is uiteengezet, geen essentieel bestanddeel van een "geschrift" en had dus in de definitie niet behooren opgenomen te worden. Ten slotte moet aan het geschrift, volgens mr. Robbers, "wegens vorm of inhoud" waarde kunnen worden gehecht.

In één scheppingsdrift, en meer ontbloot van alle bijoogmerken en bewuste tendenzen, dan sommige Zolaïstische [p.71] werken; naakter van romantiek en brillante combinaties in de compositie of geestige subtiliteitjes in de dialoog men achte dit een fout dan wel een deugd, ik vermeld het hier als een natuurlijke, dat is dus logische eigenschap van het werk, en dus een deugd dan de Balzac niet alleen, maar zelfs dan Zola, is dit boek één geweldige visie van het volksleven, in koortsende opwenteling en afdeinzing naar en van een onbegrepen doel, in de koude en de hitte, in het leed en de vreugde der aan- en weg-rollende dagen, zonder begin, en zonder einde, zooals er bij mijn weten nog niet bestond. Men voelt in dit werk een onstilbaar verlangen, een brandenden hartstocht, primitief-natuurlijk en vurig-dorstend als lijfelijke parensdrang, naar het herscheppen van de "doode" en de "levende" Natuur, een onverzadigbaar begeeren naar het doorvoelen en scheppen van menschen, aldoor meer en nooit genoeg, ménigten van menschen, de oogenglinsters van den een weg-duisterend achter de naar voren dringende lijven der anderen, een gaan en verdwijnen van aldoor nieuwe wezens, toch nóóit een verdwijnen, vóór, in een stralende doorlichting, het kernwezen zich heeft getoond. Deze roman is niet wat men een roman pleegt te noemen, het doet geen poging dan helaas! in den titel, iets dergelijks te schijnen . Ook [p.72] wil dit werk niet geestig, niet vernuftig, niet humoristisch zijn; het wil alleen het essentiëele van een zeker levensonderdeel wezen, maar juist omdat het dit alléén wil zijn en is, bezit het al de zooeven genoemde eigenschappen mede. Want er is geen essentieel leven, dat niet geestig, vernuftig en humoristisch zou zijn. Men vindt, compositorisch gesproken, geen begin of einde aan dit boek, schoon hier wel een zwakke daling en ginds weer een zwakke climax. Aan weerszijden van het werk, tijdelijk en ruimtelijk, lijdt, zwoegt, overwint en wordt overwonnen hetzelfde leven. Hoe langer wij zien naar deze schepping, hoe meer wij er van worden bewust: dit is een brok uit het levensgeheel, waarop wij zoo dikwijls gestaard hebben met onze weenende en lachende, met onze moede en sterke oogen, dit is een land als een ander, midden de oneindige levensrijken, het leven hier is als het leven daar, [p.73] maar zie: dit land met al zijn wezens straalt van één klaarheid en raadsellóósheid: het licht eener verhelderende, scheppende genialiteit is erover opgegaan, en terwijl we op de ermee verbonden levensrijken het leven in-duister-en-onbegrepen-zien, worden we hier verrukt door het begrijpen en doorvoelen, dat een groot kunstenaar voor zichzelf maar ook voor ons gedaan heeft. Daarom is het zóó één met het leven, dat men nauwelijks te voelen waagt, dat het kùnst is, maar daarom tevens straalt het zoo verklaard en verhelderd òp uit het leven, dat men aan niets anders dènken k

Geef hem een goed voorbeeld, omdat je zooveel ouder bent, en tracht hem bedaardheid en deftigheid inteprenten, want hy moet makelaar worden. Zoodat ik maar zeggen wil, om met Abraham Blankaart te spreken, dat ik dit hoofdstuk als "essentieel" beschouw, omdat het, naar ik meen, Havelaar beter doet kennen, en hy schynt nu toch eenmaal de held van de historie te zyn. Tine, wat is dat voor ketimon?

Toch blijft er nog altijd een essentieel verschil tusschen poëzie en muziek, en het is niet juist, wat uit enkele der hierboven van Frederik van Eeden aangehaalde zinnen zou kunnen worden afgeleid, dat de woorden hun uitdrukkingsvermogen uitsluitend aan hun klank en rhythmus zouden ontleenen.