United States or Caribbean Netherlands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ver van de schittering, het genotgezwelg en de verdorvenheid, laag en onzichtbaar als in een andere wereld, als in de verborgen stookruimte van een modern reuzenschip, leeft, zwoegt en lijdt het volk, kleine burgers, boeren en arbeiders. In de steden verdringen zich duizende handwerkers, staande buiten het gildeverband, weerloos en onbeschermd.

Hij maakte onbewust een beweging van afkeer, telkens wanneer hij aan de mijn dacht. De nacht zonder sterren, zuchtte hij dan; de duisternis zonder licht. Hoe kan er tevredenheid wezen en opbeuring bij dien arbeid, waar de mensch als het dier, wroetend in den grond, als het dier zwoegt met gebogen hoofd. Die arbeid is immers zonder vrucht, dus zonder voldoening. De mijnwerker verwerkelijkt niets.

Nog treurt het hopeloos Vlaanderen over de vroege opvaart zijner edelste zonen, nog zwoegt het weenend om den gedenksteen op het graf van den Gentschen zwaan te rollen, nog bloedt het uit zijne dubbele wonde ... en reeds bonst een nieuwe noodkreet uit zijne scheurende ingewanden over het neerslachtig vaderland!

Langzamerhand, bij 't naderen van den Biban-keten, wordt het landschap woester en meer bergachtig; steunend en hijgend zwoegt de machine tegen de berghelling op, van tijd tot tijd stil houdend, waar werklieden bezig zijn den veel onderhoud vereischenden weg te herstellen. Het is of men in een Zwitsersch landschap verplaatst is.

Maar over het algemeen kan gezegd, dat de èchte Maleier, de niets-doener, de dobbelaar en liefhebber van hanengevechten, die naar den pasar gaat als naar een feest, terwijl zijn vrouw naast hem zwoegt met een mand op den rug, die zij aan een zeel over het voorhoofd spannend draagt, dat die de thuis-blijver is.

Stil bukt de vrijwilliger het hoofd en jubelt niet mee. Zijn korte adem zwoegt en hijgt, zijn handen beven, zijn zwakke beenen weifelen en knikken onder hem. In doodsche stilte gaat hij een eind verder op den rand der loopgraaf zitten en staart over den langzaam-aan wegsomberenden horizont. Het lange, lage, rose schijnsel aan den einder is slechts een vale lichtstreep meer.

Zij ging ook te bed, en alles lag in diepe rust; slechts de molen draaide zonder rust of duur voort en klapperde en joeg, en de wieken grepen links en rechts in wilde haast, gelijk een mensch die in grooten nood verkeert en die zich inspant en zwoegt, om bevrijd te worden uit het stof van het dagelijksche bedrijf; en van het molenrad druppelde het water af, alsof het bittere zweetdroppelen waren, en diep onder in den grond, daar ruischte de beek met dezelfde taal en met denzelfden zang: "het helpt u niet, het helpt u niet; ik ben uw hart; zoo lang ik vliet, met golf op golf, met wensch op wensch, zoo lang hebt gij geen rust; maar, als de oogsttijd komt, en het koren rijpt, dan zal mijn stroom zachter vlieten, dan maakt de molenaar de valdeur toe, dan staat alles stil, en dan is 't zondag."

Hoe kleurt nu een tint van rood haar het vorst'lijke, bleeke gezicht, Zoo purper op velden in sneeuw het huiverende wonderlicht, Als twee witte waterlelies die dobbren op stroom, ongestild, Maar aldoor rijzend en dalend, dus zwoegt haar het harte wild. Tegnér, Frithiof-sage.

Langzamerhand, bij 't naderen van den Biban-keten, wordt het landschap woester en meer bergachtig; steunend en hijgend zwoegt de machine tegen de berghelling op, van tijd tot tijd stil houdend, waar werklieden bezig zijn den veel onderhoud vereischenden weg te herstellen. Het is of men in een Zwitsersch landschap verplaatst is.

Hoe gloeien de rozen op hare frissche wangen! hoe zwoegt haar wassende boezem! voor haar zijn op het gevaarlijk pad, hetwelk zij betreden gaat, nog geene doornen zichtbaar, schoon zij weet dat die zich aldaar bevinden; maar zij vreest die niet: te rein is hare ziel dan dat het denkbeeld zelf aan afwijking van hare plichtsbetrachting ooit bij haar op zoude komen.