United States or Montenegro ? Vote for the TOP Country of the Week !


Redactie: Max van den Heuvel. Medewerkers: Robert Roodhaar, Sneeuw.... Sneeuw kan je niet zetten; als je al onze aliassen neemt, lijkt 't blad wel 'n Humoristisch Album. Frits Verhaeren, schreef Robert gehoorzaam. Nou, en dan Jan, en Karel.... en.... ja, d'r zijn d'r eigenlijk niet zoo bar veel....

Wat wordt er menig mensch belasterd en belogen Van menig kakelaar, die zelf toch niet en dogen. Tot de gevelspreuken behooren ook de berijmde beroepsaanduidingen; hun bloeitijdperk was de XVIIe eeuw; maar zij komen ook thans nog voor en zijn veelal humoristisch getint. Kaaskooper: O wereld boos en heel verkeerd, Wat heb je al geld dat mij ontbeert!

De binnenkomst van dit humoristisch genie en de plichtplegingen, die hij jegens de gastvrouw en de gasten in het werk stelde, waren een soort van koddige parodie op de wijze waar dit gewoonlijk op geschiedt; en schoon de heer Wagestert deze aardigheid bij alle gelegenheden herhaalde, zoo vond zij echter ook ditmaal genade in de oogen zijner bewonderaars.

In die boeken worden wij in kennis gesteld met Izanagi en Izanami, Ama-terasu, Susa-no-o, en een groot aantal andere godheden, en die verheven wezens leveren de stof voor verhalen, die zoowel vreemdsoortig als schoon, zoogenaamd humoristisch en somtijds eenigszins gruwelijk zijn.

~Geestig~ is synoniem met aardig, grappig, humoristisch: Een ~geestig~ gezegde. Een ~geestige~ voordracht. Deze kinderen staan verre bij uw leerlingen ten achter. Ik heb hem een spotprent op zijn redevoering laten zien. Pater van Meurs, de bekende , is vaak in zijn kleine gedichten zeer . »Het vocht der blonde druif Maakt op zijn tijd",

De door de wet voorgeschreven registratie boven bij de jongelui was bijna humoristisch. Of de schuldeischers een half of een kwart procent van dien inboedel kregen, kwam er werkelijk in 't minst niet op aan bij dat ontzettend tekort.

Hij, van zijn kant, oordeelde zich verplicht, haar zang- en clavierles te geven, zelfs schrijfles. De goeie man had niets omhanden en als "Vrouw Raad" maar wat leerzamer ware geweest, hadd' hij haar met alle genoegen Italiaansch bijgebracht. Zij troostte zich met het humoristisch geloof, dat dit een uiting moest zijn van hoog-rustige, verstandige genegenheid.

O, geloof niet, dat de schaal effen hangt, wanneer hij hen voor "een bok op een' ezel" uitscheldt, als zij hem te paard voorbij rijden en hem noode groeten; geloof het niet, als hij u verzekert, dat zij er in hun nieuwe kleêren uitzien "als apen dat ze zijn," terwijl hij zijn kaalgeschuijerden jas humoristisch digt heeft geknoopt, om zijn vuil linnen te verbergen.

Sla de Malho open, het humoristisch blad van Rio, ge kunt er zeker van zijn, op elke pagina een carikatuur van den president te zien. Nooit bemoeit zich de rechter met aanvallen van dien aard. Ze doen in den grond der zaak weinig kwaad, en de regeering weet wel, dat al is de Braziliaan wat los in den mond, hij toch een trouw onderdaan wil zijn.

In één scheppingsdrift, en meer ontbloot van alle bijoogmerken en bewuste tendenzen, dan sommige Zolaïstische [p.71] werken; naakter van romantiek en brillante combinaties in de compositie of geestige subtiliteitjes in de dialoog men achte dit een fout dan wel een deugd, ik vermeld het hier als een natuurlijke, dat is dus logische eigenschap van het werk, en dus een deugd dan de Balzac niet alleen, maar zelfs dan Zola, is dit boek één geweldige visie van het volksleven, in koortsende opwenteling en afdeinzing naar en van een onbegrepen doel, in de koude en de hitte, in het leed en de vreugde der aan- en weg-rollende dagen, zonder begin, en zonder einde, zooals er bij mijn weten nog niet bestond. Men voelt in dit werk een onstilbaar verlangen, een brandenden hartstocht, primitief-natuurlijk en vurig-dorstend als lijfelijke parensdrang, naar het herscheppen van de "doode" en de "levende" Natuur, een onverzadigbaar begeeren naar het doorvoelen en scheppen van menschen, aldoor meer en nooit genoeg, ménigten van menschen, de oogenglinsters van den een weg-duisterend achter de naar voren dringende lijven der anderen, een gaan en verdwijnen van aldoor nieuwe wezens, toch nóóit een verdwijnen, vóór, in een stralende doorlichting, het kernwezen zich heeft getoond. Deze roman is niet wat men een roman pleegt te noemen, het doet geen poging dan helaas! in den titel, iets dergelijks te schijnen . Ook [p.72] wil dit werk niet geestig, niet vernuftig, niet humoristisch zijn; het wil alleen het essentiëele van een zeker levensonderdeel wezen, maar juist omdat het dit alléén wil zijn en is, bezit het al de zooeven genoemde eigenschappen mede. Want er is geen essentieel leven, dat niet geestig, vernuftig en humoristisch zou zijn. Men vindt, compositorisch gesproken, geen begin of einde aan dit boek, schoon hier wel een zwakke daling en ginds weer een zwakke climax. Aan weerszijden van het werk, tijdelijk en ruimtelijk, lijdt, zwoegt, overwint en wordt overwonnen hetzelfde leven. Hoe langer wij zien naar deze schepping, hoe meer wij er van worden bewust: dit is een brok uit het levensgeheel, waarop wij zoo dikwijls gestaard hebben met onze weenende en lachende, met onze moede en sterke oogen, dit is een land als een ander, midden de oneindige levensrijken, het leven hier is als het leven daar, [p.73] maar zie: dit land met al zijn wezens straalt van één klaarheid en raadsellóósheid: het licht eener verhelderende, scheppende genialiteit is erover opgegaan, en terwijl we op de ermee verbonden levensrijken het leven in-duister-en-onbegrepen-zien, worden we hier verrukt door het begrijpen en doorvoelen, dat een groot kunstenaar voor zichzelf maar ook voor ons gedaan heeft. Daarom is het zóó één met het leven, dat men nauwelijks te voelen waagt, dat het kùnst is, maar daarom tevens straalt het zoo verklaard en verhelderd òp uit het leven, dat men aan niets anders dènken k