United States or Bolivia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Mac Coy en Nehring hebben echter fossiele overblijfselen van den Dingo gevonden in de pliocene en diluviale lagen van Victoria en het bewijs geleverd, dat dit dier een echte Wolf en geen verwilderde Huishond is. De Dingo bereikt ongeveer de grootte van een middelmatigen Herdershond.

Onmiddellijk begaven Hercules, Bat Austin en Dick Sand zich naar de monding der rivier. Maar toen zij aan den oever kwamen, zagen en hoorden zij niets. Dingo zweeg nu. Dick Sand en de negers keerden naar de grot terug. De slaapgelegenheden werden zoo goed mogelijk ingericht. De zwarten maakten zich gereed om beurtelings buiten te waken. Maar Mevr. Weldon was ongerust en kon niet slapen.

"Och, kapitein Hull," hernam Dick, "als Dingo maar eens spreken kon!.... Misschien zou hij ons dan zeggen wat die twee letters beteekenen en waarom hij altijd zijn tanden aan onzen kok laat zien?" "En welke tanden!" antwoordde kapitein Hull, op het oogenblik dat Dingo, zijn bek opende, en dus zijn geducht gebit liet zien.

Zijn gelaat had iets woests. Dingo had zich bij Dick Sand gevoegd en blafte als razend tegen die bloedige overblijfselen. Het kostte den leerling moeite den hond weg te jagen. Intusschen was de oude Tom, op het gezicht van die jukken, van dien gebroken ketting onbeweeglijk, als in den bodem vastgeworteld, blijven staan.

Voor de taaiheid van 't leven van dit dier voert Bennett bewijzen aan, die werkelijk aan 't ongeloofelijke grenzen. Een Dingo was door zijne vijanden verrast en zoo door hen geslagen, dat zij niet beter wisten, of al zijne beenderen zouden wel stuk zijn, waarop zij hem lieten liggen.

Misschien waren zij niet van groot gewicht, maar in de omstandigheden waarin zij verkeerden, mocht geen enkele bijzonderheid onopgemerkt voorbijgaan. Het was vooreerst de houding van Dingo, die meer bijzonder de aandacht van den leerling trok. De hond namelijk, die gedurende den ganschen tocht een spoor scheen te volgen, werd geheel anders, en dat bijna plotseling.

't Kan wezen dat de arme drommel hulp behoeft, dat hij in nood is...." "'t Is onnoodig, mijnheer Harris," antwoordde Dick Sand. "Als Negoro den weg hierheen heeft kunnen vinden, zal hij wel verder terecht komen. Hij is mans genoeg!" "Zooals je wilt," antwoordde Harris. "Koest, stil, Dingo," zei Dick gebiedend tot den hond, om een eind aan het gesprek te maken.

Weldon en Dick Sand wisten niet wat zij denken moesten. Hoe het zij, men mocht, om op Negoro te wachten, zich niet van de rust berooven die allen zoo noodig hadden. Op dit oogenblik begon de hond die op het strand liep, met kracht te blaffen. "Wat scheelt Dingo toch?" vroeg Mevr. Weldon. "We moeten het volstrekt weten," antwoordde de leerling. "Misschien is het Negoro wel!"

Evenwel hoorde hij toe, zonder het te laten blijken, en trok ongetwijfeld zijn voordeel uit hetgeen hij hoorde. Gedurende dien tijd waakte Dingo, dien men niet vergeten had, buiten de grot. Geen levend wezen zou zich op het strand vertoond hebben zonder dat het getrouwe dier bij tijds gewaarschuwd had. Mevr.

"Dingo! Wat is dat! Dingo!" riep de kleine jongen, die eerst bang was dat zijn S. door den hond zou ingeslikt worden. Maar Dingo kwam terug, pakte wederom een ander blokje en legde het naast het eerste neder. Dit tweede blokje was de hoofdletter V. Op het gezicht van deze V., uitte Jack een kreet. Dadelijk kwamen Mevr. Weldon, de kapitein en de leerling, die op het dek wandelden, toeloopen.