United States or Syria ? Vote for the TOP Country of the Week !


Eerst zijn ze niet meer dan gewone netels kleine plantjes die een stevige hand kan beetpakken en uittrekken; doch als ge ze laat staan als ge ze laat staan, groeien ze met zóóveel giftige kracht, dat ge eindelijk bijl en touw noodig hebt, en loopen uw leven en ledematen gevaar, en moet gij u inspannen en volgt er moeite onder het vellen ervan kunnen menschen gedood worden, onder het vellen ervan kunnen menschen gedood worden "

't Gebeurt ook wel eens met het zegevierende bewustzijn van eigen geslepenheid, als bij sommige eenden, die wanneer ze gewond zijn onder water een wortel beetpakken en daar sterven met de gedachte dat ze daar prachtig aan hun vijanden ontkomen zijn. Dan weer is het een instinct dat hen roept zonder dat ze weten waarheen, vaag en onbeschrijfelijk.

"Als ik hem aanraakte, zou hij mij allereerst beetpakken, en dat is een ding, waarvoor ik hartelijk bedank. Vergenoeg u met wat gij gedaan hebt, heer ridder, en wees verzekerd, dat het meer is, dan één menschenkind u zou durven nadoen. Stel u niet voor de tweede maal bloot en bedenk, dat gij alles gedaan hebt, wat men van een held kan verlangen.

»De krokodillen," antwoordde mij Banks, »houden zich gewoonlijk op een afstand. Al dat geraas verschrikt ze. Deze monsters zijn niet het meest te vreezen, maar meer de boosdoeners, die duiken, onder het water voortsluipen, de vrouwen en kinderen beetpakken, ze medenemen en ze van hunne kostbaarheden berooven.

Maar ze was heel lief, jong, levendig en natuurlijk en zoende 'm niet op z'n voorhoofd, maar flink op z'n lippen en op zij in z'n nek, in den gang, voor ze de kamer binnen gingen. Daar moest ze voor op haar teenen gaan staan en z'n schouders beetpakken. En ze ging heel veel van 'm houden en hij hield ook veel van haar en drukte haar tegen zich aan.

Het arme eendje werd door allen geplaagd; zelfs zijn zusters waren kwaad op hem en zeiden steeds: «Mocht de kat je maar beetpakken, jou leelijk schepselEn de moeder zeide: «Ik wou, dat je maar ver hier vandaan waartDe eenden beten het, en de kippen pikten het, en de meid, die de beesten eten moest geven, schopte het. Nu liep het weg en vloog over de schutting.

Dit verweermiddel was eigenlijk belachelijk. Door een schop en eenige revolver-kogeltjes niet grooter dan een erwt, laat een zwarte panter zich niet afschrikken: maar Old Firehand bezat op dat oogenblik geen ander middel om zich te verdedigen. Hij was overtuigd, dat het ondier hem nu zou beetpakken; doch.... dat gebeurde niet, de panter, nog altijd met zijn voorpooten op de trap staande, wendde langzaam zijn kop zijwaarts, als wilde hij zich bezinnen op iets beters. Hadden de op zulk een korten afstand afgeschoten kogels die hoogstens een duim diep in zijn harde schedelhuid doorgedrongen konden zijn, hem in een soort van duizeling gebracht? Of had de trap op zijn gevoeligen neus hem te veel pijn veroorzaakt, zooveel is zeker, dat zijn oogen niet meer op Old Firehand gericht waren, maar naar het voordek, waar nu een omstreeks dertienjarig meisje onbeweeglijk stond, als versteend van schrik, met de beide armpjes uitgestrekt naar de commando-brug. Het was het dochtertje van de dame, die zooeven door Old Firehand gered was. Het arme kind, zelf op de vlucht, had het gevaar gezien, waarin haar moeder verkeerde, en was, van ontzetting daarover, als versteend blijven staan waar het nu nog stond, gekleed in een wit jurkje, dat nu den panter in het oog viel. Hij trok zijn voorpooten van de brugtrap af, keerde zich om, en vloog toen, met sprongen telkens van zes

Duizendmalen heb ik "Ginondjing" gehoord, doch geen enkelen klank, geen enkelen toon kan ik beetpakken. Nu de gamelan zwijgt, weet ik me geen enkelen klank meer te herinneren, alles is uit mijne herinnering weggevaagd; die droef-liefelijke geluiden, die me ongekend zalig en toch zoo diep weemoedig stemmen tegelijk. Ik kan Ginondjing niet hooren, zonder diep ontroerd te zijn.