United States or Suriname ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daar de levensdraad van onzen nederigen held thans met dien van hoogere personen wordt samengestrengeld, is het noodig den lezer eenigszins met hen te doen kennis maken. Augustine St.-Clare was de zoon van een rijken planter in Louisiana. De familie was uit Canada afkomstig.

Toen Henrique den kleinen mulat sloeg, kreeg Augustine eene hoogere kleur, maar hij zeide slechts met zijne gewone, spottende onverschilligheid: "Dit zullen wij zeker eene republikeinsche opvoeding moeten noemen, niet waar, Alfred?" "Henrique is een duivel van een jongen, als zijn bloed heet wordt," antwoordde Alfred even onverschillig.

Met de muskieten en al die dingen gelukt het iemand toch niet eene heel hooge zedelijke vlucht te nemen; en ik geloof daar vind ik eene theorie," zeide hij, eensklaps opstaande. "Ik begrijp nu de reden, waarom gij Noordelijke natiën altijd deugdzamer zijt dan wij Zuidelijke, ik begrijp nu de geheele zaak." "O, Augustine, ge zijt toch een ongelukkig loshoofd." "Ben ik?

Augustine was heimelijk blijde dat hij eene zoo weinig scherpziende vrouw had getrouwd; maar toen het vernis der wittebroodsweken was afgesleten, ontdekte hij, dat eene schoone jonge vrouw, die al haar leven gewoon was gevleid en gediend te worden, in het huiselijk leven wel eens een harde meesteres kon blijken te zijn.

God weet het, ik vrees er voor!" zeide Augustine, met plotseling opwellende bitterheid, en snelde toe om haar van het paard te helpen. "Eva, mijn liefje, zijt gij niet al te moe geworden?" zeide hij, haar in zijne armen sluitende. "Neen, Papa," antwoordde het kind; maar hare korte hijgende ademhaling maakte hem toch ongerust. "Waarom hebt ge zoo hard gereden, liefje?

"Zeg eens, Augustine," zeide Marie, na nog een dutje: "Ik moet mijn ouden dokter Posey uit de stad laten komen. Ik ben zeker dat ik eene hartkwaal heb." "Maar wat behoeft gij hem te laten komen? De dokter die over Eva praktizeert, schijnt zeer bekwaam te zijn." "Ik zou hem in een kritiek geval niet vertrouwen," antwoordde Marie; "en ik meen wel te mogen zeggen dat het mijne dat wordt.

Clare keerende zeide zij: "Maar, Augustine, waarvoor in de wereld hebt gij dat schepsel toch hier gebracht?" "Wel voor u, om het op te voeden en wat goeds van haar te maken. Ik vond haar een tamelijk koddig staaltje van het negerras. Hier, Topsy!" vervolgde hij, fluitende alsof hij een hond wilde waarschuwen om op te passen, "laat ons een liedje van u hooren en uw dansen eens zien."

"Och kom, Augustine! alsof wij al niet genoeg hadden gehad van dat verachtelijke en verfoeielijke Haïti! De Franschen van Haïti waren geene Anglo-Saksers; waren zij dat geweest, dan zou het anders zijn gegaan. De Anglo-Saksers zijn de heerschende stam op de wereld en zullen dat blijven." "Welnu, er zit tegenwoordig al vrij wat Anglo-Saksisch bloed in onze slaven," hervatte Augustine.

"Augustine, somtijds denk ik dat gij niet ver van het Koninkrijk zijt," zeide Ophelia, terwijl zij haar breiwerk neerlegde en haar neef oplettend en met zekere bezorgdheid aanzag. "Ik dank u voor uwe goede meening; maar het gaat op en neer met mij op tot aan de poort des hemels, in theorie, neer in het stof der aarde, in practijk. Daar hoor ik de schel om thee te drinken.

Dit gaf hare godsdienstige stemming eene strenge en eenigszins sombere kleur. Maar hoe in de wereld kan Miss Ophelia met Augustine St.-Clare te recht komen een vroolijk, onbezorgd, lichtzinnig, vergeetachtig, ongodsdienstig jongmensch, die met onbeschaamde vrijpostigheid tegen al hare geliefkoosde meeningen en gewoonten aanloopt? Om dan de waarheid te zeggen, Miss Ophelia had hem lief.