United States or Comoros ? Vote for the TOP Country of the Week !


Met geweld moesten ze hem uit haar armen losscheuren. Dien nacht sprong ze uit het raam van de bovenste verdieping.... En dan de stakkert, die waanzinnig werd, omdat haar zoon werd vermist; die iederen morgen, huis aan huis, aanbelde en vroeg: "Is m'n jongen hier soms? Heb je hem nergens gezien?"

Wisten wij maar eene boodschap bij den dokter te bedenken, dan waren wij klaar. Want als er een van ons daar aanbelde was Mina gedwongen om open te doen. Middelerwijl kon de ander het schuurtje ontsluiten en Bob verlossen.» »Daar zeg je zoo iets, Karel. Jongen, dat is een prachtig idée. Hadden wij maar eene boodschap!» »Ja, maar die hebben we niet. Maar wacht eens ha, daar bedenk ik wat.

Met hooge schouders, als drie schuldigen, dropen de drie broeders af, Cordúla goe nacht wenschend, en trokken langs de zoldertrap naar boven. Toen Cordúla den volgenden ochtend reeds vroeg met Leontientje in het dorp voor Tante's deur aanbelde, berichtte de non met een bezorgd gezicht, dat het heel slecht ging met Tante en dat de dokter voorloopig alle bezoek ten strengste verboden had.

Toen Sander aanbelde stond hij kant en klaar, beladen met zijn vischtuig en zijn boterhammen. De buurvriend was nog erger beladen, men zag het aan zijn uitrusting dat hij een oud visscher van beroep was. Hij droeg een breedgeranden zonnehoed.

En dan dunkt mij dat die hond die aan de deur van een klooster aanbelde om zich meester te maken van den schotel die bestemd was voor de arme voorbijgangers, en die andere, die met een van zijn natuurgenooten belast was om den anderen dag het spit te draaien en die weigerde dezen post waar te nemen als 't zijn beurt niet was, dat deze honden, zeg ik, hooger verstandelijk ontwikkeld waren dan Dingo.

Hare kieschheid was dus overbodig en schroom en weemoed alleen mochten haar niet weêrhouden de vriendelijke oude vrouw niet te veronachtzamen. Zij besloot dus haar een visite te maken. Maar heur hart klopte snel en angstig toen zij aanbelde. Als een vreemde bezocht zij mevrouw Van Raat en zij had haar tot een dochter kunnen worden.

Van wildheid was geen spraak, toen Wouter 'n kwartiertje na deze laatste vermaning, allerbeschaafdst aanbelde aan zeker huis op de Keizersgracht, dat met den naam Kopperlith gemerkt was. Doch, helaas, 't scheen wel of reeds z'n eerste aanraking met die firma 'n misgreep wezen moest. Twee toegangen boden zich niet zeer oprecht uitlokkend, maar bruikbaar toch den bezoeker aan. Een dubbele glasdeur vertoonde zich op de laagte, of zelfs ten-halve beneden de laagte, van de straat, doch daar-naast gaf 'n "opgaande stoep" gelegenheid om doortedringen tot 'n soort van bel-étage. Wouter, vol fatsoensbejag, vond den laatsten weg 't geschiktste, en met niet zeer flink gestrekte knieën besteeg hy de acht of tien trappen. Op 't bordes aangeland, trok hy zoo zacht mogelyk aan de bel: men mocht het eens hooren! Onwillekeurig, en byna met schrik, ontwaarde hy door 't venster van de "zykamer" het gelaat eener bejaarde dame, dat zonder de geringste uitdrukking van welwillendheid z'n figuurtje scheen te monsteren. 't Scheen wel dat ze hem de stoep wou afkyken. Wouter had er 'n pynlyk gevoel van, en maakte zich zoo klein mogelyk. 't Is niet ieder gegeven, en vooral niet iemand die z'n eerste opstaande halsboorden torscht, zonder angst, op de stoep te staan van 'n huis op de Keizersgracht! Met genoegen ware onze held hard weggeloopen, maar... wat d