Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juni 2025


Dikwijls komen beide formen, de oorspronkelike hoogduitsche, en de verdietschte form van één en den zelfden naam naast elkanderen in Nederland voor. Behalven by Ziegler en Ziegelaar is dit ook het geval by Schneidler en Snydelaar, Kessler en Kesselaar, Weidner en Weidenaar , enz. Geheel verdietscht is ook Nieuwstadelaar, oorspronkelik Neustädtler.

En even zoo spreekt het volk hier te Haarlem den hier voorkomenden geslachtsnaam Hübner wel als Huppenaar uit. En zoo is het ook gegaan met de hedendaagsche aarnamen. De volksuitspraak is in de schrijftaal overgegaan. De oorspronkelike hoogduitsche geslachtsnaam Ziegler b. v.

Ziegler hoogl. recht Wittenberg 1666 Jan A. Osiander hoogl. godgel. Tubingen 1671. Henricus Henniges observ. politico-morales 1672-73 J. G. Kulpis, Collegium Grotianum super jur. b. et p. Francf. 1682 Heineccius, Praelectiones in Grotium 1744 G. G. Keuffel Exercitationes Grotiana de j. b ac p. 1762 Joh.

De hoogduitsche form van dezen naam, Ziegler en Ziegeler is mede niet zeldzaam hier te lande, en komt ook, half-verdietscht, als Ziegelaar voor. De tegelbakker behoort ook tot dit gilde; in den patronymikalen geslachtsnaam Teegelbeckers vindt men zijn kunstmatig handwerk genoemd. De looier draagt, vooral in de zuidelike gewesten, nog wel den oud-nederlandschen naam van huidevetter.

Woord Van De Dag

flakons

Anderen Op Zoek