United States or Namibia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daarop scheepte ik mij weer in en bereikte Tyrus; aan den vorst van die stad, vertelde ik wederom mijn verlies, doch daar hij een vriend van Badil was, wilde hij niet naar mij luisteren en bedreigde mij. Bij het aanbreken van den dag, zetten wij koers in de richting van Byblos en op weg daarheen, haalde ons een schip van Zakkala, dat een kist aan boord had, in.

Daar ging ik uit het schip en nam den naos, welke het beeld van Amen-Ra bevatte en ik had den schat daarin gedaan. De vorst van Byblos echter, verzocht mij, weg te gaan. Ik zei tot hem: "Is dit, omdat de mannen van Zakkala u verteld hebben, dat ik hun geld genomen heb?

Toen de dag aangebroken was, riep de vorst zijn mannen bijeen; dezen gingen naar de mannen van Zakkala, spraken met hen en vroegen hen naar het doel van hun komst. Zij antwoordden, dat zij gekomen waren, om de vaartuigen en hun schelmachtige bemanningen, in bezit te nemen. Hij antwoordde: "Ik heb geen macht, den bode van Amen-Ra in mijn land gevangen te nemen.

Toen ik mij naar de kust begaf, waar het hout ingeladen werd, zag ik elf vaartuigen, welke uit Zakkala gezonden waren, om mij gevangen te nemen en mij te verhinderen, Egypte te bereiken. Daarop was ik bedroefd en protesteerde en een bode van den vorst naderde mij en sprak: "Wat hindert u?" Ik legde hem uit, wat mij bedreigde en hij ging naar den vorst en vertelde het en deze was zeer bedroefd.

"Toen ik in Tanis kwam", zegt hij, "vaardigde ik de edicten van Ra uit; dezen lazen zij en besloten, hieraan te gehoorzamen. Ik bleef tot de 14e maand, Shomou, te Tanis; toen ging ik scheep naar de Syrische zee. Toen het schip te Dora, een stad van Zakkala aankwam, zond de vorst van de plaats, Badil, mij brood, vleesch en wijn.