Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juni 2025
De laatstgenoemde bereikt, met inbegrip van den aan de spits ruigen staart, die ongeveer even lang is als het overige lichaam, een lengte van 1.25 M. en is donker purpergrijs, aan de zijden witachtig bruin, van achteren zwart, van onderen bruin of geelachtig.
De kleur is gewoonlijk vaal grijsachtig geel met een zwartachtige tint doormengd, die aan de onderzijde lichter, dikwijls witachtig grijs schijnt. In den zomer zweemt de kleur meer naar rood, in den winter is zij geelachtiger, in noordelijke landen nadert zij meer tot wit, in zuidelijke landen is zij zwartachtiger.
Alom teekende zich het donkergroene gebladerte scherp af, hier tegen de witachtig grijze wanden der kalkrotsen, elders tegen den roodachtigen zandsteen of de metaalkleurige tinten van het glimmer-schiefer.
De 3 of 4 eieren vertoonen op witachtig grijzen grond een teekening bestaande uit zwartachtig grijze draden met eenige grijze daartusschen; deze draden vormen dikwijls in het midden van het ei gordels; daar zij niet kort afgebroken zijn, verschilt de teekening dezer eieren aanmerkelijk van die der Geelgorsen. Ook de Tsiepgors broedt waarschijnlijk tweemaal per jaar.
Alle veeren van de bovenzijde zijn roodachtig bruin met zwarte vlekken, stippels en banden en geel gezoomd; die van de onderzijde hebben een witachtig gele kleur met roodbruine, overlangsche strepen en zwarte, dwarse golflijnen.
Totale lengte 17, staartlengte 6 cM. De kop, de nek en de onderdeelen hebben dezelfde kleur als bij de vorige soort, de wangen zijn van achteren donker grijsbruin, de veeren van den onderbuik witachtig grijs, de slagpennen en de stuurpennen benevens hare bovendekveeren grijsachtig zwart met roodachtig grijzen zoom, de onderdekveeren van den staart zwartachtig grijs met witte, roodachtig getinte spitsen.
De veeren worden in den herfst gewisseld; het winterkleed, dat dan voor den dag komt, is van boven aschgrauw of blauwachtig aschkleurig en zonder teekening; de onderdeelen zijn wit of witachtig.
Het mannetje en het wijfje verschillen bijna niet in kleur; bij den haan zijn de pronkveeren echter langer dan bij de hen. De bovendeelen zijn zwart, de onderdeelen lichtbruin, gene met lichtroode en witte vlekken, deze met witte dwarsbanden, waardoor een moeilijk te beschrijven mengelmoes van de genoemde kleuren ontstaat; de buik is witachtig. Totale lengte 45, staartlengte 12 cM.
Zij is iets kleiner dan de Huismuis; haar lengte bedraagt, met inbegrip van den 4 1/2 cM. langen staart, 11 cM. De kleur van de fijne, fluweelen vacht wisselt af van helder roodbruin tot het glanzigste zwart; de zijden zijn altijd lichter van kleur dan de rug, de onderdeelen grijsachtig wit met bruinachtig waas, de lippen witachtig, de lange snorren zwart, de pooten bruinachtig; de staart van boven donkerbruin, van onderen echter bruinachtig geel.
Hij is ongeveer 1.4 M. lang, dik van lijf, met een kleinen kop en een korten hals; de ledematen zijn lang; de beharing is dicht, bijna wollig. Gewoonlijk is de vacht vaalgeel, soms echter witachtig grauwgeel; de binnenzijde van de ledematen is gewoonlijk lichter van kleur. Het onbehaarde gelaat is in de jeugd zwartbruin, op lateren leeftijd donkergrijs, in het midden echter vleeschrood.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek