Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juli 2025
Bosschen van breedbladige boomen met veel laag hout, nog liever kreupelbosschen die door beken en waterloopen doorsneden worden, de oevers van groote wateren, tuinen met boschjes die goede schuilhoeken bevatten, acht hij voor verblijfplaats het best geschikt.
Zoo werd de grond bebouwd tot aan den voet der eeuwenheugende wouden, overal waar het zonnelicht eene vlakte kon beschijnen. Alles was benuttigd: de waterloopen tot het bewegen van molens, de poelen tot het kweeken van visch, de bosschen tot het hakken van brand- en timmerhout, ja, de moerassen zelve tot het baggeren van derring of turf.
Tusschen de gehuchten worden de waterloopen omsloten door elzen en eiken, esschen, iepen en beuken. Het dorp Lehde heeft men wel het Venetië van het Spreewald genoemd, en jaar op jaar komt een kunstenaarskolonie er schilderen. Inderdaad is het natuurschoon er wel een bezoek waard. Een tochtje van Burg naar Lübbenau bijvoorbeeld is een genot voor den natuurvriend.
Bij hoog water, als het water tot op de oevers reikt, gaat de otter te land, waar hij in de kleinere waterloopen genoeg voedsel kan vinden, en als het water weer zakt, volgt hij de beweging en bereikt zijn element weer.
In het dorp Chitengo nam de heer Vasse twee zoons van het hoofd in zijn dienst, jongelingen, die Joaqui en Maquina heetten, van wie de eerstgenoemde reeds gids was geweest bij verscheiden jagers. Na vier uur marcheerens kwam men aan de tendo van Sungwe, die slechts de voortzetting is van veel waterloopen, waarvan de M'sicatzi de voornaamste is. Daar zagen de jagers een massa wild in kudden.
Vlak onder hem de kleine kom van 't dorp, met zijn door palmhagen gescheiden hofkens en de ééne straat, die uitliep in het opene veld, dat zich, uren ver, wit uitstrekte met bosschen, vlakten, waterloopen, eenzame huizen, traagdraaiende molens, kasteeltjes, boomenbeplante wegen en andere dorpen, tot ginder heel, heel ver, waar de besneeuwde heuvelen van Grobbendonck zich wazig afteekenden op de loodgrijze lucht, die zwaar en roerloos over de witte wereld stond!
De Jakoeten die een zwervend leven leiden, zitten bijna altijd te paard en zijn nooit ongewapend; zij zijn eigenaars van kudden die in grooten getale over de steppen rondzwerven. Die welke in huizen in de dorpen of stadjes bijeenwonen, houden zich voornamelijk bezig met de vischvangst, welke in de menigte beken en waterloopen, die zich in de groote rivier uitstorten, overvloedigen buit oplevert.
De breede, vlakke dalen, waarvan vele slechts enkele dagen in het seizoen als waterloopen dienen, zijn met kreupelboschjes van bladerlooze struiken bedekt. Weinig levende wezens bewonen deze dalen.
Behalve in de nabijheid der waterloopen, waar de plantengroei heerlijk was, zag men overal niets anders dan een schraal struikgewas. De boomen waren over het algemeen niet goed uitgegroeid op den al te armen grond. Al spoedig begonnen de reizigers zich bezig te houden met het verzamelen van insecten, planten en vogels. Groote dieren waren hier in hun eerste kamp zeldzaam in de buurt.
Niets is eigenaardiger dan het opvaren van die duizenden kleine waterloopen, die als slooten in een ondoordringbaar struikgewas schijnen te zijn gegraven. Rechts en links steken de wortels van de rizophoren of wortelboomen uit het water op, of liever uit het slijk, waar deze boom van de tropische moerassen zich aan de kusten overal tehuis voelt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek