United States or Burundi ? Vote for the TOP Country of the Week !


Van de steatopygische Hottentot-Venus zoowel als van de betatoeëerde Australiërs wendt zij zich vol afkeer af, om maar niet te spreken van de Botokoeden, wier ideaal van vrouwenschoon misvorming verlangt van het aangezicht door opspalking der lippen met schijfjes hout.

Zoo zijn er nog tallooze mode-dwaasheden, waardoor het vrouwenschoon voor altijd wordt vernietigd. Het lichaam van iedere vrouw, die bij voortduring concessies doet aan de Draconische wetten der mode, vertoont onuitwischbare sporen van de aangerichte verwoesting ze is in den volsten zin des woords voor haar gansche leven geteekend.

Het schijnt ten allen tijde de opzettelijke bedoeling van de mode te zijn geweest, alles wat de natuur aan vrouwenschoon laat ontstaan, te misvormen en te vernielen. En ook heeft de mode de vrouw verlaagd. Iedere mode toch streeft er alleen naar, de vrouw als geslachtswezen kunstmatig meer presentabel te maken.

De kanon van Stratz nu stelt aan het ideaal van vrouwenschoon de volgende eischen: ronden schedel en klein gezicht, met groote oogholten, smalle onderkaak en zachten overgang van de wangen in den hals; ronde hals en schouders, slanke taille met smalle lange borstkas, ronde borsten, breed bekken en gewelfde billen; ronde ledematen, smalle handen met langen wijsvinger, ronde, gevulde dij, zacht geteekende knievorm, ronde kuiten, kleine voet met smalle teenen, waarvan de tweede de langste is, weelderig hoofdhaar, spaarzaam okselhaar, bijna geheel verborgen schaamhaar en verder een onbehaarde, zacht-teere huid.

En nu is het wel opmerkelijk, dat het erotisch en het esthetisch ideaal voor vrouwenschoon misschien in geen tijdperk zoo lijnrecht tegenover elkander hebben gestaan als in onze dagen het geval is. Er heerscht tusschen beide idealen een letterlijk diametrale tegenstelling. Dit heeft voor de sexueele zeden zijn eigenaardige consequenties.

In plaats daarvan is als regel de bekleeding der vrouw, met esthetisch oog bezien, een toonbeeld hetzij van leelijkheid, hetzij van dwaasheid. De kleeding, die zou kunnen dienen het vrouwenschoon te verhoogen, doet eigenlijk niet anders dan dat schoon onkenbaar maken. Wat de bestaande schoonheid kon versterken en vermeerderen, verwoest haar.

Interessant is bij al deze doorzichtige pogingen om het hemelsche in dienst te stellen van het zinnelijke aardsche schoonheidsideaal, dat in dien tijd bij vrijwel alle voorstellingen van de maagd Maria de onnoozele Joseph gemist wordt. Maria had hare schoonheid niet haar man te vertoonen, maar aan ieder die oog had voor vrouwenschoon.