Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juli 2025


Komen toch deze voor de opening van het afvoeringskanaal der melk, dan heeft men moeite om den uijer goed uit te melken; en blijft er op den duur melk terug, dan verandert deze in hoedanigheid, stremt soms in den uijer en bederft in elk geval de andere gezonde melk. Laat zich de koe niet gewillig melken, dan zij men ook op dit gebrek, hoezeer het zeldzaam voorkomt, bedacht.

De hoogleeraar FURSTENBERG heeft zich ook met het onderzoek van blaauwe melk afgegeven; wij laten zijne mededeelingen hier volgen. De melk, zegt hij, welke na eenigen tijd gestaan te hebben, blaauw, geel of rood wordt, ziet er onmiddelijk na het opvangen uit den uijer als gezonde melk uit; ook het scheikundig onderzoek geeft geen vermoeden van ziekte te kennen.

Het microscopisch onderzoek der melk van koeijen, die aan hyperæmie of aan ontsteking van den uijer lijden, heeft het volgende opgeleverd: in het eerste tijdperk vindt men behalve geronnen kaasstof vetdeeltjes, later klier-cellen en gedeelten van cellen uit de grootere kanalen; stukjes epithelium uit de melkvaten en de spenen zijn lang niet zeldzaam.

De melk, die het eerst uit den uijer genomen wordt, is vet-armer dan die, welke later volgt, omdat de roomvorming reeds in de borstklier begint; van daar het voorschrift om de koe toch goed uit te melken. De hoeveelheid melk staat, onder overigens gelijke omstandigheden, in regte reden tot de hoeveelheid eiwit in het voedsel aanwezig. Schadelijke Gewassen.

De koe, die dagenlang zoo onrustig zich gedraagt, dat een vreemde niet zonder gevaar ze zou naderen, spant al hare krachten in, om los te breken; en het kalf zoekt, verscheidene weken, bijna onophoudelijk naar de uijer, alles aanvattende, om er aan te zuigen.

De hier beschrevene soort van ophooping hyperaemie komt meestal voor bij koeijen, die pas gekalfd hebben; de zetel der ongesteldheid is het onderhuids-celweefsel. Maar ook het celweefsel van den uijer, het dieper gelegen weefsel kan aangedaan worden. Dit laatste neemt men waar bij koeijen, die geruimen tijd geleden gekalfd hebben. Dan treedt de ziekte plotseling, zonder voorboden op.

Is een grooter deel van den uijer ontstoken, dan geven de dieren groote onrust te kennen; zij trippelen heen en weer, rusten nu eens op den eenen, dan op den anderen poot, gaan liggen, maar staan even spoedig weer op, daar het zieke deel bij het liggen gedrukt wordt, en geven door steunen de pijn te kennen. In het zieke deel is de afscheiding der melk geheel, in het andere bijna geheel opgeheven.

Op stal loopen de dieren gevaar, wanneer zij aan den togt zijn blootgesteld. Maar ook ten gevolge van andere ziekten, van uitslag ziekten, pokken, het klaauwzeer, wordt ontsteking van den uijer geboren. Uitwendige beleedigingen, stooten, slaan zijn soms de oorzaak der ziekte.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek