United States or Dominica ? Vote for the TOP Country of the Week !
In alle geval, schreeuwde schril Fabulla, dwars door de bewijsredenen der al jaloersche, beduchte, overtuigen willende, gekrenkte, minachtende tweelingen door; zoû jij, dominus, het niet eens met mij willen probeeren? Ik zoû je er geld voor geven.... want ik bèn de cliënte van een der paleisvrouwen der Keizerin.... Er was geen houden meer aan.
Het begon mij te schemeren, toen Francis, verontwaardigd over zijn lossen, schertsenden toon, in zoo schril contrast met de treurige werkelijkheid, inviel met de klare waarheid: "Mijnheer is.... Rudolf von Zwenken, de zoon van mijn grootvader."
Fijn is in oud Nederduitsch, wat in zijne soort het toppunt van kunst en bevalligheid bereikt heeft. Zie Kiliaan. Drieselig, huiverig, schril, schrikachtig. Eng. dread, vreezen. Oud Hd. ih, intratu, vereor, er intriet, verebatur, in welk praeteritum de ie van drieselig teruggevonden wordt.
Een dof gerommel vervulde de lucht en de bodem deinde zelfs op en neer, zoodat de stammen der tamarindeboomen bewogen. En af en toe weerklonk een snerpend geluid, als een schril trompetten. Afrika-reizigers hebben dit geluid zeer juist vergeleken met dat, hetwelk een trein artillerie maakt, die in vollen draf over het slagveld rijdt.
Woord Van De Dag