Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 oktober 2025
Doe wierd Ubbe tot derde Prins in 's Vaders plaats van de Staaten des Lands aangenomen. In den jaare 131, als Ubbe, op 't aanraaden van zyne moeder Swobyne, zyn grootvader, Koning der Swaaven, om de vrindschap te versterken, eens bezogt hadde, heeft hy Keulen aan den Rhyn gesticht, ter plaatze daar nu Duts legt. Daarom zyn de Keulenaars by de Romeinen eertyds Ubii geheeten, van deze Ubbe.
Vóór het huwelijk van des Potestaats dochter Tet, met Sicco, zoon van Graaf Arnout, uit wien de Teilingen en Brederoden stamden, is, schoon betwist, zeer veel te zeggen, hoezeer ook v. Rhyn eene andere uitlegging heeft. Bl. 68. Ao 998. Het stedeke Uitgong verwoest.
Van ouds was de wydte van zijne landpaalen vry verder uitgestrekt, als loopende van den Ouden Rhyn, die door Leyden aan Utrecht langs vloeyende, by Katwyk in zee uitliep: begrypende den geheelen zeekant en de Zuiderzee, diestyds noch droog zynde, tot aan den Eiderstroom, die het van Jutland afsnyd.
I. 23 volgg. Bl. 32. In den jaare 463. Men vergelijke de tegenspraak in gemeld Nabericht van v. Rhyn, p. 372. Bl. 32. Ao 496. Deed Klodoveus, een inval in Friesland. F. Sjoerds, Jaarb.
Alting, van Rhyn en anderen beweren, dat het woord beteekent Friesche Waterbewoners, waarmede zich latere schrijvers hebben vereenigd, en 't welk ook door den geleerden Ypeij, in zijne Geschiedenis der Nederl. Tale, I. bl. 164, en II. bl 109 en volgg. nader is bevestigd. Plinius noemt dezelve als wonende tusschen het Vlie en het Helium, monden van den Rijn.
Vele Schrijvers zijn van gevoelen, dat deze Kronijk geen het minste geloof verdient, als gevuld met fabelen en bijgeloovigheden. Emmius, in zijne Refut. Apol., van Rhyn, op de Oudh. en Gest. I. 51; F. Sjoerds, Inleiding voor de Besch. van O. en N. Friesland, en anderen beweren dit op gelijke gronden; geen gezag aan Suffridus Petri kunnende toekennen.
Daar op togen zy langs den Rhyn, en vielen zeer schrikkelyk op de Romeinen in, om hen uit het land tusschen Rhyn en Maas gelegen te verdryven; doch te sterken tegenstand vindende, moesten zy vrugteloos weêr te rug trekken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek