United States or Cambodia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Pallieter had een blauwe met roggemeel gevulde tweezak over den schouder hangen en ging naar huis langs de draaiing van een diepe beek. Hij was dronken, dronken van al de intense herfstkleuren, en zijn mond zag purpel van den overvloed lauwzoete brembezen, die hij onderwegen had geplukken en opgegeten.... Weer werd hij aan den grond gelijmd, als hij zag in welke schoonheid hij hier stond. Hei!

Hij reed door binnenwegen, overal heet en stil, dan nevens een dennenbosch, weer over brokken land waarop de gele jeneverstruik blonk en de heidebloemen purpel bloeiden, dan door een heel lang dennenbosch, en ineens aan den ommedraai lag heel de langverwachte heide open in haren vollen purperen bloei.

Het was hem alsof zijn lijf openging, en hij met zijn hert bloot stond tegenover het inwezen van de wereld: iets van de ziel der aarde voelde. Hij scheen zichzelf een reus te zijn, en even groot gelijk de wereld. En hij zei: "Een menscheziel is nog zoo klentjes ni!" Hij reed voort en zijne oogen kost hij niet gelooven. Dat purpel! dat purpel!

Een onafzienbare vlakte, groot als een zee, maar purpel opengespreid, purpel lijk avondbrand, een purpel dat de zon ophief tot een gloed. En daarover omhoog, klom helder de blauwe hemel open en strekte zich een eeuwige stilte uit, tegelijk met het gonzend gezoef van de bieën. En Pallieter bleef staan, aangedaan tot aan het puntje van zijn ziel.