Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 september 2025
De schielandsche in- en omwonenden van Hooglederhoek of Holiërhoek kapten, naar schielandsche gewoonte, in hunne uitspraak die h weêr weg, en maakten van dezen plaatsnaam: 'oliër'oek, Olieroek. Met dezen form Olieroek weet het volk nu weêr geen weg. Het maakt er dus Olierook van.
Het van vóór den laatstgenoemden naam schijnt op eenen plaatsnaam Herterijk of Hertrich te duiden, die my echter niet bekend is, in Nederland noch in Duitschland. Wel ken ik den oud-germaanschen mansvóórnaam Harderick, Harterich, Hertrich, en deze naam komt werkelik ook in Nederland voor. Namelik als Herterich en als Hertrich, beide waarschijnlik van hoogduitschen oorsprong.
Dit to den Harlingen werd eerlang, door afslyting en in 't snelle spreken: to 'n Harlingen, to Harlingen. En deze plaatsnaam, oorspronkelik een toenaam voor menschen, gaf op zyne beurt weer oorsprong aan eenen geslachtsnaam, aan Van Harlingen.
De Angel-Saksen en de hedendaagsche Engelschen, zoo na aan de Friesen verwant, hadden en hebben deze zelfde uitspraak. De friesche plaatsnaam Jorwert en de engelsche plaatsnaam York moeten dus eigenlik in goed-nederlandsch geschreven worden Everwert en Everwijk. Werkelik schreven dan ook de oude Nederlanders aldus; Kiliaan b. v. heeft: »Eberwijck of Jork."
Minder talrijk dan de geslachtsnamen aan plaatsnamen in Neder-Rijnland ontleend, zijn onder ons die maagschapsnamen welke samengesteld zijn uit eenen westfaalschen plaatsnaam en het voorzetsel van. En toch hebben Westfalingen volstrekt niet in kleiner aantal dan Neder-Rijnlanders zich in de Nederlanden neêrgezet.
Als geslachtsnamen ontleend aan de woorden die hoofddeksels en voetbekleedsels aanduiden, vermeld ik hier: Hoed, Hoet en Hoedt met D'Hoedt, Den Hoed en Den Hoedt. In Ten Hoet schijnt een plaatsnaam te schuilen, dien ik echter niet aanwyzen kan. Verder Geelhoed en Zwarthoed, met de hoogduitsche namen Grünhut en Schönhuth, die ook in de Nederlanden voorkomen. Ook Pet, Muts en Dubbeldemuts.
De geslachtsnaam Van Cattenburch echter heeft eenen anderen oorsprong, is van eenen anderen plaatsnaam ontleend. In zeer vele nederlandsche steden is er eene Peperstraat; het is gewoonlik de straat waar in de middeleeuen de kooplieden in speceryen, »die crudenieren" hunnen handel dreven en hunne winkels hadden.
Daarin is ook nog wel geenen duideliken zin opgesloten, maar olie en rook zijn toch twee woorden die het volk kent, en daarmede is men dan te vreden gesteld. Zoo zijn de maagschapsnamen Olierook en Holierook waarvan de laatste ten minste nog de beginletter h bewaard heeft, ontstaan uit den plaatsnaam Hooglederhoek, en daarvan verbasterd.
Zoo als te verwachten is, komt dit woord wel als plaatsnaam, ook in samenstellingen voor. Als voorbeelden noemen wy: de heerlikheid den Engh en de ridderhofstad den Engh, de eerste in Linschoten, de tweede in Vleuten, beide gemeenten van het Sticht van Utrecht; de havesate Enghuizen in de geldersche gemeente Hummelo, het gehucht Westeneng in de geldersche gemeente Ede, enz.
Neeteson is waarschijnlik ontleend aan den oud-germaanschen mansnaam Nato, die in Förstemann's Namenbuch vermeld staat. Van dezen zelfden mansnaam, die ook als Natto voorkomt, zijn ook de geslachtsnamen Nettinga, Nettema, Nettes en Netten, met Nettekoven ontleend. Deze laatste naam is eigenlik een plaatsnaam, en samengetrokken uit den volledigen form Nettinkhoven.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek