Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 mei 2025


Het was een klein gouden beeldje, rijk met edelsteenen versierd, waarvan de buik open kon, waarbinnen men de Drieëenheid zag. Gerson zag er een bij de Carmelieten te Parijs, en keurt het af, maar niet wegens de onvroomheid doch om de ketterij, die erin gelegen was, de geheele Drieëenheid als de vrucht van Maria's schoot voor te stellen.

Hier is een element van werkelijke onvroomheid en spot, dat in het zooeven behandelde spraakgebruik niet aanwezig was; beide zijn slechts verwant, in zooverre zij voortspruiten uit de groote gemeenzaamheid met het heilige. De vertellers der Cent nouvelles nouvelles verlustigen zich onvermoeid in woordspeling op "saints" en "seins", en het gebruik van "dévotion, confesser, bénir" in obscenen zin.

Het is niet zoozeer tegen de onvroomheid of bijgeloovigheid van al het nieuwe, dat zich opdrong, als tegen de overlading van het geloof op zich zelf, dat de reformgeest der vijftiende eeuw zich keert.

Wanneer Deschamps van "Jupiter venu de Paradis" spreekt, bedoelt hij geenerlei onvroomheid, evenmin als Villon, wanneer hij in de roerende ballade, die hij voor zijn moeder maakte, om tot Onze Lieve Vrouw te bidden, haar "haulte Deesse" noemt. Een zeker heidensch tintje hoorde ook bij het herdersdicht; daar kon men argeloos goden laten optreden.

In al deze ontwijdingen van het geloof door de onbeschaamde vermenging met het zondige leven ligt meer naïeve gemeenzaamheid met den godsdienst dan regelrechte onvroomheid. Enkel een samenleving, die geheel doortrokken is van het godsdienstige, en die het geloof als iets vanzelfsprekends aanvaardt, kent al deze excessen en ontaarding.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek