Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 mei 2025


Daardoor heeft het figuur van de Staphorster-vrouw nog on-gracelijker voorkomen. De doek wordt wel niet zoo stijf over de borst gesnoerd als in Kampen en in Nunspeet gewoonte is, maar het figuur wordt stelselmatig plat en breed gemaakt door die kussentjes. Ook door den eigenaardigen vorm van de muts wordt het bijzondere van de dracht nog verhoogd.

Het oorijzer is hier nauwelijks twee of drie vingers breed; de vorm van Staphorst en Rouveen kan als model gelden. In het Gooi en op de Veluwe tusschen Nijkerk en Nunspeet, daar waar de Keltisch-Frankische inslag wellicht het aanzienlijkst is, hebben de sloten der halskettingen een vierkanten vorm, en wel vooral bij de bevolking met donkere pigmentatie en met het Keltisch-Frankische huis.

Daarover gaat een zwarte ondermuts, daarover de witte over- of oorijzer-muts. Soms wordt 's Zondags een witte ondermuts gedragen, gewerkt met zwarte zijde. De spelden komen aan de slapen dus weer anders dan in Laren, maar zooals in Nunspeet. De oorijzer-muts zelf is van witte tulle met randen van kant, en de lange kanten slippen worden links en rechts aan het oorijzer bij de slapen opgespeld.

De muts in Nunspeet en Oldenbroek is van een anderen vorm dan die van Staphorst, zonder de spitse punt boven het voorhoofd, over 't algemeen meer naar achter dan naar boven zich vormend, met een witte onderkap, aan de slapen uitgeschulpt, het heele hoofd omvattend, en geboord met een fijn plooi-randje.

Op de Veluwe gaat de sage van een boerenknecht, die met de kar hakhout van Wiessel naar Nunspeet moest brengen en 's avonds bij den Hoogen Duvel belandde. Een uitdagend: "Griepke, Griepke, grauw, A'j' me hebben wilt, griep me dan gauw" bekwam hem slecht.

S. L. Vellinga, Deurwaarder te Bergum. A. W. Vermeij, Predikant te Exmorra en Allingawier. Dr. L. G. Visscher, Hoogleeraar te Utrecht. W. W. Visser, Koopman te Gaastmeer. Mr. C. L. Vitringa, Burgemeester en Notaris te Nunspeet. J. J. van Vollenhoven, Predikant te Utrecht. H. W. A. Voorhoeve, te Rotterdam, voor een Leesgezelschap. Mr. R. IJ. Warmolts, Advokaat te Leeuwarden. Is.

Eertijds gebeurde dit te Arnhem op de Praast, te Wageningen en Nunspeet op den Paaschberg, te Tiel op de Hooge Weide, te Deventer op de Worp, te Zwolle op en bij den Spoolderberg, te Lochem op den Paaschberg, te Winterswijk op de Weme, te Ootmarsum op den Paaschkamp, te Dwingeloo op het Dwingelerzand, maar meestal toch op Paaschmaandag.

Men zou daar nl. hebben voorgesteld, ter gelegenheid van het kroningsfeest den 12den Mei 1874 tot opluistering der feestelijkheid hanen, van hun vederen ontdaan, tegen elkander te laten vechten; zie het opstel van Anspach in De Navorscher XXVI, bl. 264. Nunspeet: Knutten en Huibasten. Hieronder verstaat men personen, die veel wei of hui in hun "bast" drinken. Driel: Vleescheters.

Al de drachten in die streek zijn van hetzelfde type, slechts weinig van elkaar afwijkend, en voorzoover de variaties betreft in elkaar overgaande. Zoo lijkt bijvoorbeeld de dracht in Oldenbroek soms op die van Staphorst, terwijl ze zich echter ook bij die van Nunspeet aansluit.

Noordelijk van de Waal vindt men het, volgens Gallée, Het Boerenhuis, bl. 63, hier en daar in de Betuwe, benoorden den Rijn langs den Veluwezoom, verder bij Amerongen, Bunnik, Utrecht, Harmelen, Woerden. Dan nog verspreid in het Gooi, bij Amersfoort en eindelijk bij Harderwijk, Nunspeet en op de Veluwe, o.a. bij Kootwijk.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek