Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 juni 2025


Zelfs een holte, die veel te wenschen overlaat, bevredigt de bescheidene eischen van den broedenden Papegaai b.v. in het geval, dat Pöppig op de volgende wijze beschrijft: "Tegen den witten stam van een irimi-palm ziet men een glanzigen staart van hemelsblauwe veeren; deze verraadt de aanwezigheid van den Gelen Arara, die daar bezig is, het door een Specht begonnen gat te verwijden tot een nestholte, die echter niet groot genoeg is om den pronkstaart van een halve meter lengte te bevatten; bij 't broeden hangt deze er buiten."

Dorre rijsjes en doornen vormen de grondlaag van haar nest; hierop volgt een dikke laag leem, dan eerst komt de eigenlijke nestholte, die uit haren van dieren en fijne wortelvezels bestaat en zeer zorgvuldig bewerkt is.

Het nest verschilt al naar de standplaats; de nestholte is echter altijd met fijne worteltjes, halmen, haren van dieren en veeren bekleed. Het nest bevat 4

Het bouwen van het nest vangt aan met het vervaardigen van een geraamte van lange grashalmen, dat aan de uiterste spits van lange, buigzame twijgen bevestigd is en reeds duidelijk den vormt vertoont, dien het nest zal krijgen; men kan er echter nog overal doorheen zien. Vervolgens worden vooral de wanden der nestholte zeer zorgvuldig waterdicht gemaakt, door er in de eerste plaats zooveel mogelijk halmen van boven naar onderen door te steken; later worden ook in dwarse richting halmen ingevoegd. Een cirkelrond vlieggat wordt gewoonlijk aan de zuidzijde opengelaten. Het nest heeft nu den vorm van een stompen kegel, die op een halven bol rust. Om het te voltooien, wordt de opening aan het boveneind verlengd tot een buis, die bij den geheelen wand langs naar beneden loopt en er stevig mede verbonden is, zoodat nu het vlieggat zich onderaan bevindt. Eerst daarna wordt het nest ook van binnen afgewerkt en met een legplaats van uiterst fijne grashalmen voorzien. Het mannetje is de eenige bouwmeester van het nest, het wijfje bepaalt zich tot het aanbrengen van eenige verbeteringen van het inwendige. Als één twijg niet voldoende wordt geacht, worden twee twijgen aaneen verbonden door een brug, die nu als aanhechtingspunt dient voor het schommelend gebouw. Soms begint het wijfje te leggen reeds voordat de woning geheel gereed is. In den tusschentijd en zelfs gedurende het broeden bouwt het mannetje nog steeds ijverig voort. Het broedsel bestaat uit 3

Volgens Girtanner bestaan de bovenbouw en de onderbouw van het nest uitsluitend uit dunne, naar boven steeds fijner wordende worteltjes, grootendeels van dezelfde plantensoort afkomstig; de nestholte evenwel is bekleed met een buitengewoon dichte en stevige, niet minder dan 6 cM. dikke laag vilt, welks grondstoffen aan nagenoeg alle Zoogdieren van het gebergte zijn ontleend.

De grondlaag bestaat uit een opeenstapeling van dikke takken, de nestwand uit fijnere twijgen; de nestholte wordt met strookjes bast, korstmossen van boomen, stukjes gras, schapenwol en dergelijke materialen warm bekleed. Gaarne gebruikt de Raaf haar oud nest nogmaals, nadat zij het een weinig opgeknapt heeft. Ook bij het bouwen van het nest toont zij haar schranderheid en schuwen aard.

De Draaihals stelt geen hooge eischen aan de holte, waarin hij zijn nest zal bouwen. Hij acht haar voldoende, als de ingang maar niet zoo wijd is, dat ieder roofdier hem of zijn kroost in gevaar kan brengen. In gewone omstandigheden is geen andere voorbereiding van de nestholte noodig, dan dat zij eenigszins gezuiverd wordt van het hierin aanwezige vuil; het vermolmde hout vormt een tamelijk vlakke onderlaag, waarop het wijfje in het midden van Mei 7

Het Kneutje vertoeft bij ons in den regel van April tot October en verhuist dan naar de minder koude streken van Europa, waar het gedurende den winter rondzwerft. Reeds in April begint het zijn nest te bouwen; gedurende den zomer broedt het minstens twee-, gewoonlijk echter driemaal. Het nest vindt men op allerlei struiken, vooral doornstruiken, ook somtijds op boomen, maar zelden boven manshoogte. De buitenste laag bestaat uit rijsjes, worteltjes en grashalmen, heide en dergelijke materialen; bij 't voortzetten van den arbeid worden deze bouwstoffen steeds fijner gekozen, waardoor als 't ware een tweede laag in den wand van het nest ontstaat. De nestholte wordt van binnen bekleed met wol van dieren en planten, vooral echter met paardenhaar. De eieren 4 of 5 in getal, zijn op blauwachtig witten grond met verspreide lichtroode, donkerroode en kaneelbruine stippels en streepjes geteekend. Zij worden uitsluitend door het wijfje uitgebroed; de jongen, die na verloop van 13

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek