United States or Luxembourg ? Vote for the TOP Country of the Week !


Klappertandend van vrees èn door de nachtkou die 'r vleezig nekje bestreek, kwam ze náást 'm 't kozijn beleunen, de mollige armen half op 't zink van de goot. Het was een lieve zomeravond. De sterren liepen te hoop om de maan, die als een gladgepoetst koperen sikkeltje, in geklonter van veel stijfsel en rijst, te glans-blazen stond. De waakhond bij Leuring blafte onrustig.

Vóór haar vreeselijken schrik, die alle reden in haar verdrong, was zij er zich van bewust, dat er striemen van een knellende hand in 't nekje waren, en waar een nagel had getroffen, was bloed. "Moord," zoo fluisterde men. De moeder was naast haar jongen neergevallen, het gezicht ter aarde. Ze weende niet, want haar verdriet was te groot. Ze wist niet, wat er om haar geschiedde.

In zinnelijke bewondering keek hij naar het meisje, naar 't nekje met krullende donsharen, naar de soepele lijnen van 't lichaam, naar de voetjes in de kleine schoentjes, met 't witte der kous even-nog-te-zien. Hij had haar in z'n armen willen nemen, hartstochtelijk. Ze waren hier alleen. Heel alleen. Maar ze keek om, angstig omdat hij zoo stil was.

Niemand zou hebben kunnen vermoeden, wanneer hij het kleine, tengere vrouwtje zag, dat zij het nekje was, waarop Signor Carlo's acrobatenhoofd draaide.

Het wreef zich de pootjes zoo kalm tegen elkaar, en nam zijn kopje tusschen de voorpooten en poetste dat met zooveel geweld, dat dit lichaamsdeel op het punt scheen den romp vaarwel te zeggen en het nekje, als een draad te kijken kwam; het schuurde zijn vleugeltjes met de achterpootjes en streek die zoo glad tegen het lichaam, alsof ze de panden waren van een rok en maakte zijn toilet zoo rustig, alsof het wist dat het volkomen veilig was.