Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juni 2025
Er staat geschreven: "in den beginne was het Woord", maar het woord kon hij zoo hoogelijk niet vereeren; evenmin de rede, ook niet de kracht. Het zedelijk streven, waarin hij Mefisto zal te boven komen, zal voor Faust bestaan in het uitoefenen van de levende daad. In het eerste Faust-gedicht overheerscht de negatie, Mefistofeles.
En gelijk een schaduw met ons is totdat ze verbleekt, zoo is Mefisto de reisgezel van Faust. Mefisto is de negatieve zijde van Faust's wezen. Ook het denken van Faust is een kamp tegen Mefistofeles. En hier is Mefisto de ontkenner van de waarheid. Tegenover den wil tot waarheid, stelt hij de ironie en den twijfel.
De religieuze zielkunde handelt over haar in een diepzinnig hoofdstuk en het is deze vergoding als een voleindiging van het geestesleven, welke de Faust-dichter in de slot-scène van het gedicht heeft in beeld en klank en woord gebracht. In haar is geen Mefistofeles die het bewustzijn der oneindigheid tracht af te leiden of uit te dooven.
Zoo lang de mensch nog in zijn streven is bevangen en de Mefistofeles hem begeleidt, weet hij niet anders of het is zijn eigen zedelijke natuur die handelt.... maar dit wordt anders in de voleindiging. Ja dit is de voleindiging dat hij zich bewust is van de Godskracht als zijn eigen wezen. Op eens aanschouwt hij in zich niet zijn eigen persoon, maar het groote Wezen.
In iederen mensch is het bovenpersoonlijke, algemeene en kosmische. Het wereldgeheel is in hem vertegenwoordigd, zooals de val van een voorwerp de aantrekkingskracht in het algemeen beduidt, en zooals in een enkele plant de geheele natuur werkzaam is. De verstorende macht. Faust dan is vergezeld door Mefistofeles.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek