United States or Argentina ? Vote for the TOP Country of the Week !


Men verhaalt, dat de inboorlingen den Mandril meer vreezen dan den Leeuw, nooit een strijd met hem wagen, ja zelfs niet eens de bosschen durven bezoeken, waarin deze Aap zich ophoudt, behalve wanneer de mannen in grooten getale en met goede wapens voorzien, een echten kruistocht tegen hunne vijanden ondernemen.

De toorn van andere Apen is, volgens de woorden van een Engelschen schrijver, "het zachte suizen van den wind in vergelijking met de woede van den Mandril, die op een van de ontzettende, alles vernielende orkanen, der keerkringslanden gelijkt". Zijn hartstochtelijkheid is grenzeloos.

Maar al te spoedig komt hierin verandering, veel vroeger dan bij andere Bavianen; reeds na verloop van weinige jaren vertoont de Mandril zich in al zijn afschuwelijkheid.

Slechts één gedachte bezielt hem nu: hij wil zijn tegenstander verscheuren, en alles wat hem verhindert dit te doen, uit den weg ruimen. Hij bekommert zich niet in het minst om de zweep, zelfs niet om het blanke wapen. Zijn aanval is geen bewijs van stoutmoedigheid meer, maar van ware dolzinnigheid. De opzichters in een dierentuin hebben geen dier meer te vreezen dan een woedenden Mandril.

Wat van dien lagen hyena, die de kerkhoven schoffeert? van dien gevlekten tijger, viervoetige slang die van achteren aanvalt? van dien wolf, dien een kloek kozak dood geeselt? van dien afschuwelijken mandril, hansworst der verzameling? van al die walgelijke apen, daar zooveel menschen zich vroolijk mee maken? Altemaal zijn zij opgesloten: de vorst als de knecht, de vorst meer dan allen.

Een jonge Mandril is een allerliefst dier, dat op uitstekende wijze de rol van komiek vervult te midden van een uitgelezen gezelschap van stamgenooten in het apenhuis; hij is een liefhebber van potsen en dolle streken van allerlei soort, met een onverstoorbaar goed humeur begaafd, en in weerwil van zijn onverbeterlijke onbeschaamdheid geenszins afkeerwekkend.