Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 oktober 2025


Deze laatste worden nu geleverd door de microscopische plantjes en diertjes, welke de zouten van den Oceaan binnen hunne ligchamen opnemen, tijdens het waaijen, door de beroering der lucht, hoog in den dampkring gevoerd en aldaar binnen de waterblaasjes en de zich vormende regendruppeltjes opgenomen worden.

Die toestand zou echter, zelfs bij zulk eene aardsche onsterfelijkheid deelachtige wezens, niet mogelijk zijn, zoo de onbewerktuigde aarde de organisatie hunner ligchamen omlaag trok, daar dit tegengegaan zou moeten worden door eene even sterke hen omhoog trekkende werking en deze niet zou kunnen bestaan, zoo der menschen geestontwikkeling niet hooger dan die hunner ligchamelijke ontwikkeling stond, en door hoogere eischen van het zedelijke en maatschappelijke leven, die geestelijke ontwikkeling niet, tegen omlaagtrekking er van door de eischen van het zinnelijke leven, behoed werd .

Bij het eerste voorbeeld is daarentegen de aantrekking der aarde minus de afstooting der beide ligchamen op het grootste, wanneer het botsende ligchaam weder begint terugtevallen, en aldus de sterkte der nadering er bij nul is.

Het ongedierte bijv. volhardt met onze ligchamen in aanraking te komen en sterft niet uit. Somtijds worden de bewoners van eenig land door veroveraars hiervan aan zich dienstbaar gemaakt en sterven zij, zooals bijv. de Heloten in het Oude Lacedemon, niet uit. Het lot der plantetende dieren, na de optreding onder hen der carnivoren, kan hiermede vergeleken worden.

Bij onveranderlijke wezens, zonder toeneming in geestontwikkeling, voor hunne levensomstandigheden volmaakt geschikt en volmaakt in harmonie met hunne niet groeijende ligchamen, zou er aldus ook geene reproductie bestaan, zoodat die toeneming in geestontwikkeling zoowel die reproductie, door de ligchamen te doen groeijen, als, door deze als ware geweld aan te doen, het sterven te weeg brengt . Welvaren der ligchamen moet zoowel de reproductie als derzelver groei gemakkelijker maken en aldus den op blz. 194 gemelden levensstroom er naar toe trekken, terwijl sterkere drang van dien stroom de reproductie ten koste van den groei der ligchamen moet bevorderen.

Bij de stolling van vochten moet er aldus iets plaats hebben, als op blz. 313 gezegd is, namelijk, door het gelijktijdig dringen van veel moleculen naar eene plaats en het zich gelijktijdig verwijderen van andere plaatsen, er eene grootere regelmatigheid ontstaat . Eene soort van veerkracht als die der vaste ligchamen bezitten de vloeistoffen niet, dan voor zooverre zij kleverig zijn, en derzelver moleculen aldus niet volmaakt verschuifbaar zijn.

Tegen de ontkenning der preëxistentie bestaat buitendien ook dit bezwaar, dat alsdan op eenige bollen zooals bijv. de aarde er bij ligchamen denking van niet af zou ontstaan, terwijl er slechts vroeger bestaande denking annex zou worden aan de ligchamen op andere bollen aanwezig, een onderscheid, waarvoor geene reden van bestaan is.

Die eindige deelen dier oneindige denking werken nu, door dat zij door bewegingen der zelfstandigheid bepaald worden, mechanisch op de deelen der ligchamen der dieren en zijn wederkeerig aan den invloed hiervan blootgesteld.

Dit is nu wel is waar een gevolg der sterkte van verwijdering dier beide ligchamen, doch het is klaar, dat deze niet op dezelfde wijze die aantrekking opwekt als verzwakt.

Helaas! ook gij ontzegt u dat genot; aan u, wien de zwaan haar dons afstaat, onttrekt de kikvorsch zijn morgengekwaak; gij, die blijkens uwe spreijen en dekens alleen den zijdeworm protegeert, zult niet door den aardworm worden verwelkomd, wanneer hij bij het eerste licht zijn kop uit de vette aarde uwer bloembedden omhoogsteekt; voor u geen gonzen der muggen, die hunne vlerkjes uitspreiden in de stralen der ochtendzon en hunne bloedrijke ligchamen door hare nog matige warmte zachtjes laten koesteren; voor u geen gebrom van paardenvliegen, daar zij naar de weide trekken, om uwe fiere genetten te teisteren, en u uit hun vliegenhart grondigen dank toebrengen, dat zij, door uwe zucht tot kortwieken, geen redoutabele staarten te vreezen hebben; uw oog mag de eerste werkzaamheden niet aanschouwen der nijvere mieren, die, even als de Amsterdamsche kruijers, altijd met een pakje onder den arm loopen; en zelfs de rups kiest, in plaats van uw aangezigt, den harden grond, waarop zij nog dommelend van slaap van een boomblad nedervalt.

Woord Van De Dag

arasbesken

Anderen Op Zoek