United States or Tonga ? Vote for the TOP Country of the Week !


Met uitzondering van een weinig beteekenende haarlijst op den nek en tusschen de schouders, eenige wijd vaneen geplaatste, soms wel 15 cM. lange, zwartbruine haren, die van de borst en den buik afhangen en enkele borstels om de oogen en aan de onderlip, ontbreekt de beharing geheel. De blauwachtig grijze, leikleurige huid is gewoonlijk met vuil en stof bedekt en hierdoor vaalbruin.

Deze onderscheidt zich door den eigenaardigen vorm van de kop-, borst- en nekveeren, die zeer lang en smal zijn, en ook door de teekening; daar het leikleurige kleed, dat een zwakken metaalglans vertoont, bijna geheel vrij van vlekken is.

Dit zijn de eenige apen, die op Europeesch grondgebied aangetroffen worden, de menschelijke apen natuurlijk uitgezonderd. Die apen zijn de sierlijkste exemplaren van het geheele geslacht der vierhandigen. Zij zijn over den rug en aan de zijden kastanjebruin met uiterst fijne leikleurige stipjes aan de armen en het onderlijf, maar met sneeuwwitte stipjes aan de beide zijden van den staartwortel.

"De jagers noemen de groote, lichtgekleurde voorwerpen met vleeschkleurige pooten, die men bij oostenwind soms reeds in het begin van October vindt, Uilenkoppen; de kleinere met donkerder vederen en leikleurige pooten, die men veel later, vooral in November, bij ruw, stormachtig weder en noordwestenwind, aantreft, Blauwpootjes.

De Karekiet broedt, evenals hare verwanten, niet voordat het nieuw uitspruitende riet een voldoende hoogte heeft bereikt, dus op zijn vroegst in het einde van Mei, meestal eerst omstreeks het midden van Juni, gewoonlijk broeden verscheidene paren gezellig op één broedplaats, zelfs wanneer deze slechts een kleine plas is. Het nest staat doorgaans aan den waterkant van het rietveld en nooit ver daarbinnen, integendeel dikwijls zeer vrij; bijna altijd is het boven het water en niet boven den vasten grond gebouwd, aan of liever tusschen 4, zeldzamer 5, hoogstens 6 riethalmen bevestigd, die in de wanden van het nest zijn ingeweven of deze doorboren; geregeld bevindt het zich op een hoogte, die door het water nooit bereikt wordt zelfs bij buitengewoon hoogen stand, zelden een volle meter boven den waterspiegel. Waarheidslievende onderzoekers hebben opgemerkt, dat de Rietzangers in hun omgeving in sommige jaren, schijnbaar zonder eenige aanleiding, hunne nesten veel hooger bouwden dan anders; tot hun verwondering zagen zij in deze gevallen het weder plotseling, soms lang nadat het nest gereed was, gedurende geruimen tijd regenachtig worden, zoodat de waterstand in de plassen en rivieren ver boven de gewone hoogte steeg; de nesten hadden hiervan echter geen hinder, maar zouden overstroomd zijn, indien de Vogels ze niet hooger hadden gebouwd dan gewoonlijk! Het nest zelf is dikwandig en veel hooger dan breed, de rand van de nestholte is binnenwaarts gebogen. De wanden bestaan uit dorre grasbladen en halmen, die naar binnen toe steeds fijner worden en met eenige worteltjes de binnenbekleeding vormen. Al naar de standplaats van het nest worden de bladen verschillend gekozen, ook wel met bastvezels van netels, met weegbree, zaadharen en zelfs met spinsels van rupsen, hennepen wolvezels gemengd, terwijl droge graspluimen, rosmarijnkronen, paardehaar en dergelijke stoffen voor het bekleeden van de nestholte dienen. Het broedsel, dat uit 4 of 5 eieren bestaat, is zelden voor het midden van Juni voltallig. De eieren, die op blauwachtigen of grijsgroenachtig witten grond met zeer donkere, olijfbruine, aschgrauwe en leikleurige vlekken, punten en veegen bijna gelijkmatig bedekt zijn, worden 14