Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juni 2025
Voor het vullen kan men zich naar de volgende recepten rigten: de uitgeboorde appelen worden aan fijne schijfjes gesneden, dan met 6 1/2 lood gesnipperde amandelen, 2 citroenen, vooral zonder de pitten, insgelijks aan schijfjes gesneden, de noodige suiker en kaneel, laagsgewijze in de korst gelegd.
Zy hebben een smaak, uit dien van alle Indiaansche speceryen, als de muscaat-nooten, kruid-nagelen, kaneel, enz. zaamgesteld. De Palmboomen, die beginnen te verrotten, leveren dit zoort van wormen op; maar allen hebben zy dezelfde grootte niet. De eene en andere hebben eene bleeke geele kleur, meteen zwarte kop; de Indianen en Negers noemen dezelven toecoema.
Dit is eene geschikte hoeveelheid om 30 saucijzen, wegende ieder 3 l., in te bakken. Moscovisch gebak. 2 1/2 o. suiker wordt goed dooreengeroerd met 12 eijerdoijers, wat kaneel en notemuskaat; het wit van de eijeren wordt zeer stijf geslagen en er dan langzaam bij ingeroerd.
Zij droegen twee groote draagkorven vol suiker, kaneel, peper, vijgen, amandelen en rozijnen. De luitenant begon te spreken tot den kapitein en zeide hem, dat hij die manden met buit weggenomen had van een kruidenier van Benavente en dat hij diens muilezel ook gestolen had. Na aldus rekening en verantwoording van zijn tocht te hebben gegeven, werd de buit naar de provisiekamers gebracht.
Men kan bij goede chocolade 4 kopjes water op een koekje rekenen, zij wordt gesmolten, volgens No. 3, als men geene geprepareerde chocolade, maar cacao neemt, dan voegt men er voor de hoeveelheid van een koekje, één theelepel gestooten kaneel bij. Ook doet men er, in ieder geval, na het smelten, per koekje een klein theelepeltje aardappelmeel in.
De bestanddeelen zijn 1/2 k. gelei van kalfspooten, 1 k. witten wijn, 3 o., 7 1/2 l. suiker, 4 w. kaneel, eenige nagelen, het sap van 4 citroenen, de schil van 2, een klein weinigje saffraan, en het wit van 4 eijeren.
Beschuitkoek met appelen. 12 groote zure appelen worden in 1 o., 2 1/2 l. boter, op zacht vuur gaar gesmoord. Dan giet men op 12 gestooten beschuiten zooveel melk dat zij daarin goed kunnen weeken, roert er vervolgens 6 eijeren, 1 o., 2 1/2 l. krenten, twee lepels suiker en wat citroenschil of kaneel door; daarna de appelen met 2 lepels rhum en eindelijk het geklopte eiwit.
Zoete, sappige en zeer rijpe peren worden geschild, in de helft doorgesneden, van de klokhuizen ontdaan, gewogen en gewasschen. Dan klaart men de suiker, giet het uitgedropen bramensap er bij, en legt er, als het kookt en geschuimd is, de peren, benevens de kaneel in. Zij worden, toegedekt, langzaam gekookt, tot men ze doorsteken kan; langer niet, want dan worden zij onooglijk en het sap te dik.
Het wordt alles te zamen sterk geklopt, met eene spuit in kokende boter gespoten, geel gebakken en met suiker en kaneel bestrooid. Sneeuwballen. 2 1/2 o. bloem, 6 1/2 l. boter, 2 1/4 m. water en 9 eijeren. Men behandelt het water, het meel en de boter volgens No. 146, roert in het bekoelde beslag de eijeren, en klopt het ter deeg.
Roomkoekjes. 2 1/2 o. bloem, 2 o. boter, 1 ei, 6 1/2 l. suiker en ruim 3 lepels dikken zuren room, maakt men tot een deeg, dat men uitrolt, en waaruit men, met een glas, kleine koekjes steekt, die men met lichtgefruite boter bestrijkt, met suiker en kaneel bestrooit en op eene plaat, in den oven bakt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek