Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Over den koop'ren drempel nu Halfdan schuw Kwam met angstigen blik en bleek, Schuin naar zijn machtigen vijand keek, En zwijgend op eenigen afstand stond Toen Frithiof, en zijn hand ontbond Angurvadel, den sterke, van zijn dij, Zijn gouden schild wierp hij ter zij; Op zijn vijand, bang, Trekt hij los met woord en waardigen gang, "Het edelst in 't gevecht is hij Die 't eerst zijn rechter biedt En versmaadt de trouwe verbroed'ring niet". Dan Halfdan, blozend, doet heel haastig uit Zijn ijz'ren handschoen, en zijn hand omsluit Die van den vriend, te lang gescheiden, Nu staan als bergen vast zij beiden.
Meer nog dan de woeste dieren, Dan de wolven, raven, gieren, Die hun krijgsstandaarden cieren, Zijn ze op roof en buit belust. Maar geen vloot, geen krijgsgevaren, Maar geen plonderzieke scharen, Zullen immer sidd'ring baren In der Friezen fier gemoed. De ijz'ren knods blinkt in hun handen: Wie hen driftig aan durft randen, Heeft zijn stoutheid ras geboet.
Ga van hier en zeg thuis dan Dat nooit een wezen komen kan Dat m' uit zijn ijz'ren sluim'ring beurt, Tot Lok zijn sterke keten scheurt; Nimmer tot de diepe nacht Weer herwon zijn oude kracht, Tot in vlammen, woest van haat, 's Werelds schepping ondergaat.
Woord Van De Dag