Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 oktober 2025


Zijn vacht is over 't algemeen grijs van kleur, aan den kop, den romp, den staart en de dijen naar geelrood of roodbruin zweemend. De hoornen hebben, langs de krommingen gemeten, een lengte van 80 cM.; tot dicht bij de spits dragen zij ringen, die meestal sterk uitpuilen en scherpkantig zijn.

Nog tegenwoordig weeft men zeer fijne en duurzame stoffen van deze wol en maakt er door vervilting zeer goede, zachte hoeden van. De Herten, welker overeenkomst met de Holhoornigen duidelijk in 't oog loopt, zijn er echter gemakkelijk van te onderscheiden door den vorm, de samenstelling en de ontwikkelingswijze der hoornen, die bij deze doorgroeien, bij gene ieder jaar afgeworpen worden.

Bedaard zag men Frascuelo hem tegemoet stappen met de roode muleta en degen in de hand, en dadelijk woedend, stormde het beest weêr op den vurigen lap af, die heenscheerde over zijn hoornen.

Snepvangers zag de fraaiheid weerkaatst in een grooten, zilveren spiegelbal, aan een kant de kamer, daarnaast een stuk van den diepen tuin, een rood bed geraniums en het levend groen. De deuren stonden open, vogels kwinkeleerden in de hoornen, Albertken zat als verloren te droomen op den tuintrap. Wel, Antoine, ge haalt er eer van... Rijk zijn is toch plezant, meende Craen.

Op liefkoozingen zijn zij zeer gesteld; zij dulden echter niets, wat hun niet aanstaat en zijn weldra ook brutaal genoeg, om in een dergelijk geval weerstand te bieden aan hun oppasser, waarbij zij een uitdagende houding aannemen en den kop met de korte hoornen op een zeer komische wijze bewegen.

Op zijn linkerschouder draagt hij de zware baviaansbout, het pangeweer van welks dappere en degelike hantering de voortrekkers zovele blijken hebben gegeven en uit de klippijp, met lange houten en hoornen steel, die hij tussen de lippen houdt, doet hij, schoon het nog zo vroeg in de morgen is, gestadig de rookwolkjes opstijgen.

In levenswijze, aard en gewoonten verschilt de Karbouw volstrekt niet van den hierboven bedoelden Tammen Buffel, waarmede hij ook in eigenschappen genoeg overeenkomt om het verschil te mogen toeschrijven aan den bij 't veefokken werkzamen invloed van den mensch. De hoornen van den Karbouw zijn echter veel langer en dunner; bovendien zijn zij boogvormig naar achteren gericht.

Bijna even hoog als het vleesch wordt de huid geschat, die tot uitmuntend wildleder wordt verwerkt. Ook de hoornen worden op velerlei wijzen gebruikt; met de haren uit den kam van den rug eindelijk versiert zoowel de jager van beroep als de jachtlustige zondagsjager zich den hoed.

In geval van nood weet zij zich recht goed te verdedigen door krachtige slagen met hare lange, gespierde pooten, niet met hare hoornen, die alleen tot sieraad schijnen te dienen.

De hoornen, die, evenals de haren, opperhuidsvormingen zijn, bestaan uit evenwijdig loopende, uiterst fijne, ronde of kantige, van binnen holle vezels van hoornstof: zij rusten met hun breede, rondachtige grondvlakte op de dikke huid, die het aangezicht bekleedt.

Woord Van De Dag

beschouwt

Anderen Op Zoek