Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 mei 2025
Het van vóór den laatstgenoemden naam schijnt op eenen plaatsnaam Herterijk of Hertrich te duiden, die my echter niet bekend is, in Nederland noch in Duitschland. Wel ken ik den oud-germaanschen mansvóórnaam Harderick, Harterich, Hertrich, en deze naam komt werkelik ook in Nederland voor. Namelik als Herterich en als Hertrich, beide waarschijnlik van hoogduitschen oorsprong.
De geslachtsnamen Slaterus en Colerus zijn verlatynschingen van de oorspronkelik hoogduitsche namen Schlater en Köhler. Ook Knottnerus schijnt my eene verlatynsching van eenen oorspronkelik hoogduitschen geslachtsnaam. Als verlatynschte namen van aardrijkskundigen oorsprong bestaan nog: Acronius, Beilanus, Buranus, enz. allen reeds op bl. 207 verklaard.
Zilversmit en Selversmet, Goudsmit en Goldsmit behooren al mede hier toe. Zoo mede Tingieter, Potgieter, Kannegieter, met den hoogduitschen form Kannengiesser, enz.
Trouens, de Picardiërs zijn de naaste buren van de fransche Vlamingen, en de picardische gouspraak is met menig oud-nederlandsch woord nog heden vermengd. Talrijk zijn ook in de Nederlanden de geslachtsnamen De Waal, De Wael, De Waele, Waal, De Walsche, ook in hoogduitschen form Wahle.
Of eene halve verdietsching van eenen hoogduitschen geslachtsnaam Schlaf? Deze naam is my wel nooit voorgekomen. Toch kan hy zeer wel bestaan, gelijk ook het nederlandsche woord slaap een geslachtsnaam formt; zie § 146. Uit het heir der krijchslieden, uit de verschillende rangen die daar in voorkomen, is ook menige nederlandsche geslachtsnaam genomen, van den hoogsten rang tot den laagsten.
De zadelmaker draagt daar ook wel den naam van zadelaar, overeenkomstig den hoogduitschen form sattler. En van dezen byzonderen form zijn de maagschapsnamen De Sadelaer, De Sadeleer, De Saedeleer, De Zadeleer en het half verfranschte De Sadelaire met het patronymikale Saelmaekers afgeleid. De naam Touwslager eischt geene verklaring, maar Lijnslager, Seeldrayers, Reepmaker wel.
Het is veelmeer een patronymikon van den oud-frieschen mansvóórnaam Wereld, eene verbastering van den oud-germaanschen naam Werhald, die in Förstemann's Altdeutsches Namenbuch voorkomt als Wideralt, Widarolt, Vidarolt, en die ook aan den hoogduitschen, maar ook in de Nederlanden voorkomenden geslachtsnaam Wiederhold oorsprong gaf.
Toch acht ik dit min waarschijnlik. Schoonhein; de schoone Hein of Hendrik? Deze naam zoude ook eene verdietsching kunnen wezen van den hoogduitschen maagschapsnaam Schönhain, die geheel iets anders beteekent. Nevens de gewone spellingen toch, boven vermeld, treft men ook Schonejans, Schoonjans, Schonians en het half verfranschte Schoonéans aan, met Nevejan en Neveyans.
Verder Langhout, en, in saksischen form Lankholt, Witholt, Kromhout en Cromhout, Drijfhout, Dorhout, enz. De naam Eekhout, in het hedendaagsche geijkte Nederlandsch «eikenhout," komt in verschillende formen voor; als Eechout, Eekholt, Eeckhout, Eckholt, Eekhaut, ook in hoogduitschen form als Eicholtz, enz. Verder nog Van den Eeckhoutte, Van den Eeckhautte en Van den Eechaute.
De groote hoeveelheid hoogduitsche geslachtsnamen, of namen die door hunne formen hunnen hoogduitschen oorsprong verraden, onder de Israëliten voorkomende, zijn door die inwykelingen in ons land gebracht.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek