United States or Cuba ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij spruiten voort "ex sola hominum phantasiatione et melancholica imaginatione"; het is een bederf van de verbeeldingskracht; deze berust op een inwendig hersenletsel, en dit weer op duivelsche begoocheling. Zoo krijgt de duivel toch nog zijn deel. Het is een proces van voortdurende herleiding van het oneindige tot eindigheden, een uiteenvalling van het wonder in atomen.

Tegenover de klacht van Faust klinkt zijn tevredenheid als onbewuste bespotting van zichzelf: "het is een groot genot zich in den geest der tijden te verplaatsen, toeziende hoe voorheen een wijs man heeft gedacht, hoe heerlijk ver ten laatste wij gekomen zijn." Wetenschap is herleiding tot het Onbegrepene. De klacht van Faust betreft niet de kwantiteit van het weten: het te weinig aan kennis.

In die herleiding van alles tot het algemeene ligt de eigenschap, die onder den naam typisme door Lamprecht als de bij uitstek kenmerkende van den middeleeuwschen geest is gesteld. Zij is echter veeleer een gevolg van die onderschikkende behoefte van den geest, welke voortspruit uit het ingewortelde Idealisme.

Hier en daar zijn, ter verduidelijking van den tekst, eenige noten bijgevoegd. Een uitvoerige alphabetische index van de in het geheele werk voorkomende namen en vreemde woorden, volgt aan het einde van het tweede deel. Men zal in dit deel eene herleiding van de Engelsche maten vinden.

De Heer zegt: hoor uwe Moeder, mijne bruid, de heilige Kerk, en daarop hoort Dionysius de innerlijke stem als uit de figuur der Kerk komende: "quasi ex persona Ecclesiae". Zoo onmiddellijk komt hier de gedachte in beeldvorm, dat de herleiding van het beeld tot gedachte, de verklaring der allegorie in bijzonderheden, nauwelijks als noodig wordt gevoeld, als het gedachtenthema maar even is aangegeven.

Wij zijn er aan gewoon; maar het gewone is even groot wonder als het ongewone; het Algemeene is puur mysterie en ondoordringbaar voor ons wetenschappelijk verstand. Het verstand, tot zijn grens genaderd, heeft principieel en duidelijk het onkenbare voor den dag gebracht, dat zich bij de onoverwogen aanschouwing der dingen alsnog verborgen hield. Wetenschap is een herleiding tot het Onbegrepene.

Nu is voor Faust de wereld veranderd en de kennis geen herleiding meer tot het Onbegrepene. Ons eigen streven begrijpen wij: tenminste is het feit onzer eigen strevende natuur ons zóó vertrouwd, dat wij hier geen geheimenis achter zoeken, dan welke wij rechtstreeks verstaan. Hetgeen aan ons streven verwant is en tot vorm van streven kan herleid worden, achten wij ook begrijpelijk.