United States or Uganda ? Vote for the TOP Country of the Week !


Gravemeyer bond in en trachtte de publieke voorlezing van het adres aan de secretarissen- generaal te voorkomen. Donner daarentegen liet de voorlezing van de Gereformeerde herderlijke brief wel doorgaan. Hoofdstuk 4 beschreef hoe, in een voor de Joden kritieke periode de kerken helaas weinig actie ondernomen hebben.

Tot nu toe hadden de kerken op hun tegen de Jodenvervolging ingediende protesten nog geen enkel antwoord ontvangen, maar ditmaal kwam er wel een reactie en zelfs zeer snel. Op 14 juli werd ds. H.J. Dijckmeester waarnemend secretaris van de Hervormde Synode in plaats van de gegijzelde ds. Gravemeyer ontboden bij Schmidt.

Deze maatregelen werden publiekelijk van de kansels bekendgemaakt. Toen het aankwam op bekendmaking van het tijdens de audientie met Seyss-Inquart besprokene, was het ds. Gravemeyer die zij het onder zware pressie een stap terug deed.

Het scherpste publieke protest ooit ingediend kwam tot stand mede onder leiding van de uit zijn gijzeling ontslagen en kennelijk ongebroken ds. Gravemeyer. De kanselboodschap luidde als volgt: De gebeurtenissen van de laatste weken nopen de Kerken zich tot de gemeenten te wenden.

Zoals al bleek uit de brief van Scholten aan Gravemeyer, was men voornemens een audientie bij de Rijkscommissaris aan te vragen. Daartoe vond allereerst een onderhoud plaats met de secretaris- generaal van justitie, prof. J.J. Schrieke. Prof. P. Scholten en ds. Gravemeyer vertegenwoordigden de Hervormde Kerk, mgr. Van de Loo de bisschoppen, dr.

Gravemeyer zond aan alle Hervormde predikanten een "oproep tot gebed", qua inhoud aansluitend op de brief aan de secretarissen-generaal. Deze oproep werd op woensdag 19 maart verzonden. De Duitsers kregen er lucht van, dat er iets in de kerken stond te gebeuren. Waarschijnlijk heeft een predikant de stukken op woensdagavond ontvangen en aan hen doorgespeeld.

Hij wist zich nu gesteund door zijn vrienden. Ook de leden van Kerkelijk Overleg, waaronder ds. Gravemeyer, die bovendien secretaris van het Convent was, werden aangemoedigd. Dit liet een antwoord opstellen door een commissie onder voorzitterschap van prof. W.J. Aalders. We komen op dat antwoord nog nader terug. Toch zou de "naar boven" uitgeoefende druk niet vergeefs blijken te zijn geweest.

Op 30 mei 1943 werd het besproken in de Algemene Synodale Commissie, die het stuk ter uiteindelijke beslissing aan de Synode zond; ds. Gravemeyer had het direct willen doen uitgaan naar de gemeenten.

Gravemeyer werd verzocht, een boodschap tot de gemeenten voor te bereiden overeenkomstig de strekking van de brief. Die boodschap zou dan in de kerkdiensten worden afgelezen. Sinds december 1940 was prof. Slotemaker de Bruine vanwege zijn ziekte uitgevallen en mr. Donner trad nu op als voorzitter.

Gravemeyer door de Duitsers in gijzeling genomen; de gijzeling zou voortduren tot 18 december 1942. Gravemeyer met de volgende inhoud: Het moge mij vergund zijn deze brief aan te vangen met een woord van diepgevoelde dank en erkentelijkheid voor het medeleven van de vaderlandse Kerk in het lot, dat de Nederlandse Joodse gemeenschap thans heeft te dragen.